Hoe interview je een kunstenaar?

In mijn periode als redacteur bij het kunstblad Jegens en Tevens heb ik diverse kunstenaars ontmoet en geïnterviewd. Opkomende kunstenaars en kunstenaars die al wat langer bezig waren. Ik leerde veel van die gesprekken. Wat zijn de do’s and don’ts voor het interviewen van een kunstenaar?

1 januari 2025 / 3935 woorden / 21 minuten leestijd / Thema’s: kunst, galeries, ateliers, gesprekken / Artikelen stonden eerder in Jegens en Tevens / Copyright foto’s via kunstenaars / Headerfoto: maquette Hans Vijgen

Ik ben gek op kunstenaars interviewen. Ze geven me altijd een golf geestelijke energie. Daarnaast vind ik het fijn om hun ideeën serieus te nemen (de wereld laat het helaas na) en ben altijd benieuwd naar hoe hun werk ‘werkt’.

Als redacteur bij Jegensentevens.nl deed ik vaak interviews met curatoren en kunstenaars voor de Invest Week van Stroom. Dat is een week waarbij curatoren (uit de hele wereld) langsgaan bij jonge kunstenaars in Nederland en ze adviezen geven. Maar ik had ook geregeld spontane gesprekken.

De site is een jaar geleden ter ziele gegaan. Het is een mooi moment om diverse interviews nog eens te delen. Hieronder vind je hoogtepunten van die interviews, met een link naar het originele interview of artikel. Check ook interviews die collega’s hebben gedaan op Jegensentevens.nl.

Eerst een paar opmerkingen over trends in interviews met kunstenaars:

  • Over je kunst kunnen praten is belangrijker dan ooit in de kunst. Terwijl het onredelijk is om dat te verwachten van kunstenaars. Kunst is geen puzzel; het is wat het is: kunst. Als interviewer kun je meedenken met de kunstenaar.
  • De werkelijkheid is dat kunstenaars niet alles hoeven te weten over hun werk. Of te kunnen uitleggen. Dat is ook onnatuurlijk. Hoe leg je intuïtie of gevoel uit?
  • Een probleem met veel interviews met kunstenaars is dat ze óf heel kort en simpel zijn (social media) of lang en met geheimtaal (kunsttijdschriften). Ik denk dat een middenweg goed zou zijn – een gesprek van drie kwartier tot een uur is meestal voldoende om te vragen wat je wilde vragen.

Deze 10 tips helpen hopelijk anderen met interviews met kunstenaars. Je kunt onderstaande tips ook gebruiken als je helemaal niet gaat interviewen maar gewoon een idee wilt hebben wat voor vragen je kunt stellen aan een kunstenaar.

Kleine moeite, wel leuk: volg en steun onderstaande kunstenaars. De links staan erbij. Als bonus vind je onderaan extra podcasts die kunstenaars interviewen. En een mogelijkheid om deze website te steunen.

10 tips voor als je kunstenaars spreekt

  1. Stel vragen vanuit je nieuwsgierigheid; in feite is het een gewoon gesprek waar de kunstenaar ook wat plezier in moet hebben; wees wel bescheiden aangezien het niet over jou gaat.
  2. Stel vragen over ideeën (of passies) achter het werk; mijd vragen over thema’s, onderwerpen, betekenissen.
  3. Vraag naar voorbeelden, maak het zo concreet mogelijk.
  4. Stel vragen over de materialen of techniek die ze gebruiken; bespreek welke uitdagingen ze tegenkwamen en welke oplossingen ze verzonnen.
  5. Vraag hoe dat kunstwerk past in hun oeuvre en hun ontwikkeling.
  6. Onderdruk de neiging om te interpreteren; voorkom dat je zoekt naar een ‘oplossing’ of ‘betekenis’ van het kunstwerk.
  7. Vraag naar geschiedenissen van een kunstenaar zonder die meteen te relateren aan hun werk.
  8. Maak het menselijk; vraag af en toe naar de emoties die een kunstenaar heeft ervaren.
  9. Stel af en toe een provocerende, reactie uitlokkende vraag.
  10. Houd het simpel. Iedereen moet het gesprek kunnen volgen. Speel soms vertaler door het academische kunstjargon samen te vatten in eigen woorden.

1. Arjan de Nooy: 99 keer dezelfde foto

Op een dag bezocht ik Galerie Caroline O’Breen in de Amsterdamse Jordaan. Daar had fotograaf Arjan de Nooy een expositie voor zijn fotoboek 99:1. Dat boek verwees naar het boek 99 Stijloefeningen van Raymond Queneau. Ook een van mijn favoriete boeken.

De Nooy – die graag experimenteert met het medium fotografie – was zelf bij de expositie aanwezig. Daarmee kon ik Tip 1 in de praktijk brengen (vraag vanuit je nieuwsgierigheid). Het was geen formeel interview maar ik stelde best veel vragen.

Ik wilde al lang iets doen met Stijloefeningen, maar met fotografie. Ik wilde geen fotografische recreatie van de oorspronkelijke tekst, maar ik zocht in mijn archief of ik een foto had die het verhaaltje van Queneau kon nabootsen. Ik wilde geen mooie foto, maar een gewone foto die net als het verhaaltje niets bijzonders heeft. Dat werd deze foto in Parijs.

De eerste twintig gingen makkelijk, maar daarna werd het een stuk moeilijker. Ik werkte in fasen aan het project. Soms schrapte ik tien foto’s die toch niet goed genoeg bleken. En nu… nu kan ik de foto niet meer zien!

Arjan de Nooy: 99:1, No 41

2. Thijs Ebbe Okkens: Archeologie en verbeelding

Ik heb Thijs Ebbe Okkens geïnterviewd voor mijn post-corona-interviews en het Fiber Festival in Amsterdam (een dubbelinterview).

Thijs Ebbe Okkens vertelde dat hij grotere installaties (een soort ‘reflectieplekken’) zag als maquettes die mogelijk zouden kunnen zijn. Maar dat er ook een hoge mate van improvisatie bij komt kijken. Daarop vroeg ik of hij dat kon toelichten (Tips 3 en 4: vraag door en stel vragen over de materialen):

Ik heb niet alles van te voren uitgedacht. Het werk… ontstaat. Een heleboel keuzes kan ik pas ter plekke maken. De context vormt het werk ook. De locatie of het materiaal kunnen het werk heel erg in een richting duwen of lading geven. Dat is soms wel lastig. Wat je van te voren hebt bedacht en verteld over het werk kan soms onder spanning komen te staan omdat je ter plekke denkt: dít pad moet ik volgen. Dan moet je een beetje zoeken naar kaders die ook de ruimte bieden om het onvoorziene in te gaan.

Archeologie speelt een rol in zijn werk. Niet om archeologie na te bootsen maar om een denkruimte te openen, zoals hij het zelf zei. Hier benoemt hij zelf de waarde van Tip 6 (voorkom dat je zoekt naar een oplossing van het kunstwerk):

Een archeologische opgraving kun je zien als een boodschap van een andere tijd. Ik zie liever dat het een 1-op-1 relatie is tussen bezoeker en kunstwerk. Niet een puzzel die opgelost moet worden – of ‘wat zou de maker ermee bedoelen’…

Een archeologische opgraving kan al een voldoende handleiding zijn. Hoe werkt een archeologische opgraving? Of als je het kunstwerk als orakel beschouwt. Je gaat erheen om raad maar het spreekt in raadsels… Mensen denken dan: dat ik het niet ‘snap’, is ook oké!

En daarna Tip 8 (maak het menselijk):

Dat kan spannend en intrigerend uitpakken maar het kan mogelijk ook een beetje niksig zijn en niet werken… Ik ben wel eens beschreven door een collega als een zelfverzekerde twijfelaar… Maar dat doe ik hardop en ter plekke! Kwetsbaar en met de billen bloot! Als het niet werkt, dan werkt het niet, en iedereen kan het zien. Wat mij betreft toch beter dan in je studio zitten en dan denken: gelukkig ziet niemand het…

Every Future (is a crime scene) part II © Johan Nieuwenhuize

3. Sissel Marie Tonn: Aardbevingen als materiaal

Sissel Marie Tonn heb ik ook twee keer geïnterviewd. Een keer voor de Invest Week toen ze nog aan het begin stond van diverse grote ideeën. Daarna kreeg ze een prijs en er volgden solotentoonstellingen in onder andere het Van Abbemuseum. Die gingen over haar Earthquake Project. Ze is al een tijdje aangesloten bij See Lab.

Een van haar kunstwerken zijn hesjes die het gevoel van aardbevingen na kunnen bootsen. In het gesprek voor Fiber Festival maakte ik gebruik van Tip 4 (stel vragen over de materialen). Ik vroeg of er iets veranderd was in de coronaperiode.

Er is wel wat veranderd. Bijvoorbeeld: vroeger maakte ik de hesjes zelf… maar als je dat hesje wilde omdoen, kwam je in nauw contact met de bezoeker. Ze waren gemaakt van materialen die lastig waren om schoon te maken. We waren in verschillende landen, ze werden gedragen door veel verschillende personen… Dus toen de pandemie er was, bedacht ik me: dit moet anders. Twee mode-ontwerpers van Das Leben am Haverkamp wilden mij helpen om de hesjes te verbeteren. Afgelopen zomer hebben we een stof gevonden die anti-microbieel is, en die je met alcohol kunt schoonmaken.

Ik vroeg ook hoe dit past in het oeuvre (Tip 5):

(…) als je dit medium hebt ontwikkeld, dit hesje, blijf je dingen ontdekken. Het medium van de hesjes wil ik ook in andere werken gebruiken. Bij veldervaringen zoals Sensory Cartographies. Een soort uitgebreide wandeling met omgevingssensoren in een helm en pak. Daarmee vergroot je je zintuiglijke indrukken, en zodoende ook je bewustwording van de natuurlijke omgeving.

Ik vind het heel interessant hoe we evolutionair geconditioneerd zijn, waardoor we voorrang geven aan bepaalde sensorische ingangen, en ook hoe dat cultureel bepaald is. Door het medium waar we het in stoppen, het hesje, kunnen we het potentieel eruit trekken dat er al in zat.

Ik vroeg wat voor gevoel het gaf om met echte wetenschappers samen te werken (Tip 8: maak het menselijk):

Ook al word ik er als kunstenaar sterk naar toegetrokken… ik voel me zelf verre van een wetenschapper! Ik kreeg vreselijk slechte cijfers op school voor een vak als Biologie want ik kon geen feiten onthouden. Dit is voor mij een kans om mij als een ‘bedrieger’ te mengen in het wetenschappelijke wereldje!

Earthquake Project © Sissel Marie Tonn

4. Katarina Sidorova: Kwetsbare kunst

In de Haagse Binckhorst (De Besturing) sprak ik met Katarina Sidorova in haar eigen atelier. Ze maakt werken van glas, multiplex, steen, textiel; publiceert boeken; maakt muziek. Na het interview kreeg ze de kans om te exposeren in West Gallery.

Ook hier vroeg ik naar de materialen (Tip 4). Ze leidde me rond door haar atelier en wees op verschillende kunstwerken.

Dit werkje is gemaakt van bloemen, klei, een beetje plastic en glaswas, dat erg lijkt op suikerriet en vaak wordt gebruikt in filmrekwisieten. Dit object kwam uit een ouder werk. Ik dacht na over bewaring en memorabilia, vooral memento mori: hoe onmogelijk het is om ze te bewaren. Je kunt de bloemen zien rotten. En veranderen. Ze zijn nu in hun laatste stadium. Ik moet er echt voorzichtig mee zijn! Het kan gemakkelijk breken. Het is op risico van de eigenaar als ik het verkoop omdat het veel sneller vergaat dan werken van glas of metaal bijvoorbeeld.

We spraken ook over schrijven en welke rol dat heeft voor haar (Tip 8: maak het menselijk). Zoiets geeft ineens een andere kant van de artiest weer.

Schrijven is voor mij ontsnappen aan de ernst die ik heb – en de ernst die de kunstwereld kan hebben. Een goede ruimte om deze kant van mijn persoonlijkheid toe te laten! (…) Er kan humor zitten in horror, er zit altijd pijn in een grap. Zo zie ik mijn geest. Dat zie je meteen terug in het werk omdat ik het gemaakt heb. Het is gewoon hoe ik functioneer. Veel mensen snappen mijn gevoel voor humor niet… helemaal niet!

We hadden het ook over welke rol haar jeugd had gespeeld (Tip 7: vraag naar geschiedenissen van een kunstenaar):

De jaren 90 en begin 2000: het was een economische puinhoop in Rusland, maar met vrijheid. We hadden dragqueens op tv! We deden veel punkdingen in deze tijd. We gingen naar concerten met vrienden, renden rond, werden dronken op een bevroren rivier midden in de nacht. Het was heel vrij en dramatisch, heel filmisch.

© Gert Jan van Rooij for Durst Britt & Mayhew

5. Hans Vijgen: Virtueel de wereld rond

In het Delftse 38CC kwam ik in gesprek met een kunstenaar: Hans Vijgen. Die was toevallig aanwezig voor zijn werk Latitudes part 2. Een werk over een breedtegraad die hij (virtueel) volgt over de aarde, en die hij vastlegt in een maquette op basis van zijn verbeelding. Dat niet alleen: hij bezoekt de plaatsen waar de breedtegraad de zee kruist (ongeveer tien plaatsen) en fietst de breedtegraad oostwaarts.

Er valt veel te vragen over dit kunstwerk. Zo vroeg ik hem naar zijn persoonlijke plezier in dit werk (Tip 8: maak het menselijk).

Ik heb wel lol in het ontdekken en experimenteren met het materiaal. Het heeft iets dagboekachtigs want ik gebruik zaken uit mijn eigen leven. Ik heb bijvoorbeeld een slecht oor. Vandaar dat die toeter terugkomt in deze maquette. Of een film over de Tweede Wereldoorlog die ik zag, waarin de Duitsers probeerden een kernbom te maken. Zoiets komt ook terug.

En ik vroeg ook naar de materialen en uitdagingen hij daarbij tegenkwam (Tip 4):

Ik heb een soort dwingende maat gekozen om het geheel te kunnen afbakenen, anders wordt het natuurlijk chaotisch. Daarop kan ik reageren met het materiaal, wat me interessant lijkt om te maken. Grijskleur is een neutrale niet-kleur waar je je eigen associatie bij kunt hebben. Zoals ook veel architecten een grijze maquette maken.

Ik ken de route vrij goed. Op een gegeven moment houdt het een beetje op. Zeker als je eenmaal over de Oeral bent, is de route nauwelijks meer te bereizen. Alleen maar taiga en woest gebied. Er zijn bijna geen wegen, dus moet je vliegen of met de trein. Ik heb het wel een keer met de Trans-Siberische spoorlijn gedaan. Ik lees er ook veel over. Het is ook een beetje wegdromen bij het idee.

6. Joeri Woudstra: Passie voor kermissen

Joeri Woudstra interviewde ik ook voor Invest Week. Dat deed ik (pre-corona) nog gewoon op locatie: in het kunstenaarscollectief Trixie. In zijn atelier merkte ik dat hij veel stijlen beoefende en op zeker moment kwam vooral zijn passie voor kermissen ter sprake (Tip 2: vraag naar passies).

Als er een kermis is, ga ik erheen en probeer ik het als bezoeker te ervaren. Er is iets met de combinatie van commerciële cultuur en de melancholische sfeer die daar hangt, dat me boeit. Als kind ging ik al vaak naar kermissen. Bijvoorbeeld de grote kermis op het Malieveld in Den Haag. Ik ben vier à vijf jaar geleden begonnen met het gebruiken van samples van kermisgeluiden in mijn muziek.

Ik stelde ook een wat provocerende vraag (Tip 9) over dat zijn kunst iets had met de jaren 90 of met verschillende generaties (X en millennials). Waarna hij zelf begon over de materialen (Tip 4).

Het is vanuit mijn perspectief, maar zeker niet alleen vanuit mijn generatie. Ik wil zeker geen aandacht geven aan specifieke fenomenen uit de jaren 90. Een tentoonstelling in Stigter van Doesburg laat werk van mij zien dat geïnspireerd is op middeleeuwse beeldcultuur en symboliek.

Verder ging mijn solotentoonstelling in Vijfhuizen over recente technologische ontwikkelingen. Ik speelde met het idee dat het moment dat er iets gebeurt en het moment dat je je nostalgisch voelt, bijna gelijk worden. Ik probeer dat weer te geven door een absurd aspect van nieuwe technologieën te benadrukken. Een goed voorbeeld van dit idee is de gebogen televisie.

Ik heb een installatie gemaakt met negen met elkaar verbonden gebogen stukken metaal die de cirkel van de curve compleet maakten. Ik vind het heel interessant om te zien of mensen nostalgisch kunnen worden van iets dat er nooit is geweest.

Millennial Gravestone Quotes @ Kunstfort bij Vijfhuizen

7. Erik Pape: Een plein om 1000 keer vast te leggen

Wederom in 38CC in Delft liep ik een overzichtsexpositie van Erik Pape tegen het lijf. Al zijn werk ging om een passie voor het Place de la bataille-de-Stalingrad in Parijs (in de volksmond Place Stalingrad) dat hij al jaren op allerlei manieren vastlegde. Ik was onmiddellijk gefascineerd.

We regelden een interview en toen schreef ik het artikel ‘Gek zijn op dat ene plein’. Ik begon met Tip 8 (maak het menselijk), wat ook een beetje met vragen naar geschiedenissen (Tip 7) te maken heeft:

Sinds 1980 ga ik de hele maand september naar Parijs om te werken. Vrienden hebben een kamer voor me, die doen het eten en mijn was. Fantastische vrienden! Rond een uur of half elf ’s ochtends vertrek ik naar Place Stalingrad, maak ik aquarellen, eet ik in een brasserie, en een uur of vijf ga ik weer terug.

De aquarellen maak ik meestal maar van een punt. Ik zit op het basement van een zuil, dus buiten, en dan kun je zo verschillende richtingen uit kijken. Als ik er eenmaal zit, hoor ik niets meer. Als een metro boven mijn hoofd raast, heb ik dat niet meer in de gaten. De auto’s merk ik ook niet meer op. Dan verdwijn ik in de entourage.

Ook Erik Pape wilde vertellen over zijn passie (Tip 2):

Ik denk dat mijn liefde voor het Place Stalingrad komt door die rare slinger en door de aparte ambiance van het plein. Het is levendig, er zijn veel nationaliteiten. In het begin waren het vooral arbeiders die er tussen de middag in brasseries aten, moest je nog in de rij staan om binnen te komen.

En ik stelde vragen over wat het in zijn oeuvre te maken had (Tip 5) toen ik vroeg of hij ooit op het onderwerp zou zijn uitgekeken:

Het eigenaardige is dat ik toch nog steeds elke keer het idee heb dat ik het plein niet te pakken krijg. Ik denk steeds: er is iets anders wat er achter zit. Daar probeer ik mijn vinger achter te krijgen. Het heeft vermoedelijk te maken met het mysterie van dat plein. En dat is ook de reden waarom ik elke keer doorschilder.

8. Ingmar König: Buiteling van ideeën

Ingmar König sprak ik ook voor de Invest Week. Wat me meteen opviel, was de variatie van stijlen in zijn werk. Ik volgde mijn nieuwsgierigheid en vroeg ernaar (Tip 1).

Ik denk zeker na over de wisselwerking. Als een soort toerist loop je rond. Ik zie dat als de choreografie van de toeschouwer, maar ik wil het niet weggeven door het uit te gaan leggen. Ook het verhaal van overleven van een vliegtuigongeluk op weg naar vakantiebestemming is maar één suggestie van een verhaal.

Ik vroeg het een en ander over waar het vandaan kwam (Tip 3: vraag door) en hij zei:

Ik vind het heel interessant hoe toerisme werkt, hoe naïeve backpackers bijna een soort ongemak met zich meedragen. Voor het gelijknamige videowerk Contraband heb ik de ondertitels gebruikt uit een aflevering van de serie Locked up Abroad waarin een naïef meisje naar Goa gaat om ‘zichzelf te vinden’.

Zelf ben ik ook een paar keer in India geweest en ik vind het heel fascinerend dat mensen daar heen gaan om spiritualiteit te zoeken, terwijl ik juist denk dat spiritualiteit, als je daar naar zoekt, bij uitstek iets is wat niet plaatsgebonden zou moeten zijn.

Ik meed vragen over interpretaties gebruikte (Tip 6) toen ik zijn verhaal over een paar luchtige werken vroeg:

Zo verandert een wand ook door een spandex pisdriehoek. In het echt zien ze er heel erg massief uit, metaal, maar dit is gewoon spandex, de meest carnavaleske stof die er is.

Bij mijn eerste soloshow viel het me op dat als je daar een rooster op ooghoogte ophing, het net een soort zaaltekstje leek. Je zou het kunnen zien als een flauwe grap maar voor mij is het net zo goed een werk als alle andere werken die ik maak. Het gaat erom dat al die dingen een eigen plek vinden. Als je een ventilatierooster plaatst op een beurswand, ervaar je die wand ineens als veel massiever.

Onderdeel Concept Store © Jhoeko

9. Mariska de Groot: Midden in een machine staan

Mariska de Groot was een van mijn allereerste interviews met een kunstenaar. Ik vond het best moeilijk, omdat audiokunst een technische tak van de kunst is. Uiteindelijk was ik wel tevreden met het resultaat.

Ik stelde wat eenvoudige vragen (Tip 10: houd het simpel) over de materialen (Tip 4) en ze legde het heel helder uit:

Ik kies ervoor dat je ziet wat er gebeurt. Ik hou sowieso meer van de analoge feeling. Maar als ik een installatie neerzet, dan staat er óók een computer achter. Het digitale speelt voornamelijk een rol op de achtergrond als iets om aan te sturen. Uiteindelijk zit er in de elektronica die ik gebruik ook her en der een digitale chip. Het analoge en het digitale zijn beide mijn gereedschappen.

Mijn instrumenten en installaties refereren heel vaak aan technieken en uitvindingen in het verleden. Destijds super hi-tech, tegenwoordig obscuur. Vaak zijn het apparaten waar een uitvinder, kunstenaar of wetenschapper jarenlang aan heeft gewerkt, met als doel om iets te bewijzen of te laten zien. Ik wil een onzichtbaar element uit die machines zichtbaar maken. De schoonheid van die machines zat ergens binnenin, en ik heb dat opgeblazen en groot gemaakt.

Het is ook meer dan een machine, want ik maak er performances mee, zodat het een instrument wordt. De instrumenten hebben mij nodig als aanstuurder. Ik ben de operator.

Ik vroeg ook hoe de kunst past in het oeuvre (Tip 5):

Veel werken van mij en van mijn collega’s moet je echt ervaren, dat valt niet vast te leggen in film of foto’s. Daarvoor gaat het te snel, is het te laag of te hoog. En zeker als er ook geur bij komt kijken.

Voor mijn gevoel ben ik ook nog maar relatief kort bezig. Sommigen van mijn werken heb ik ook in samenwerking gemaakt met anderen. Dan is de vraag: wat is mijn eigen ontwikkeling, en wat is er ontstaan onder invloed van samenwerking?

Performance Nibiru © Ed Jansen

10: Valentinas Klimašauskas: Schrijver en fantasierijk persoon

Valentinas Klimašauskas – schrijver en curator in Litouwen – wilde graag een Proust Questionnaire maken. Dat is een type interview afkomstig van de schrijver Marcel Proust, en bekend geworden van een rubriek in Variety. Via vaste en soms merkwaardige vragen krijg je een ander beeld van een persoon dan je zou krijgen via een normaal interview.

Hier zijn geen tips meer van toepassing (hooguit Tip 1: Zorg dat de kunstenaar het gesprek zelf ook plezierig vindt), maar ik heb deze ook voor de entertainmentswaarde toegevoegd – het is een van de grappigste interviews die ik heb gemaakt. Dat komt natuurlijk door de schrijfkwaliteiten van Klimašauskas zelf.

Wat is je grootste angst? Heel gemiddelde kunstenaars die de kunstgeschiedenis overnemen? Goede recensies krijgen in slechte tijdschriften? Slechte recensies in goede tijdschriften? Je eigen opening vergeten? Geen relatie hebben met de jongste en oudste generaties kunstenaars?

Wat vind je het minst mooi aan je uiterlijk? Ik heb geen wielen. En geen tentakels.

Wat beschouw je als je grootste prestatie? Ik heb ooit een tentoonstelling samengesteld op een asteroïde.

Welk levende persoon bewonder je het meest? Hybride personen, alle soorten hybriden – bacteriën, duizendpoten, deels dode en deels levende artiesten, feestbeesten, fossielen.

Wanneer en waar was je het gelukkigst? Nadat ik een paar minuten geleden eindelijk verbinding had met wifi!

Still from A Theory of Plankton

Tevreden met het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie:

Meer lezen, luisteren of kijken?

Bekijk mijn andere interviews met kunstenaars:

Interviews (podcasts) met kunstenaars:

Andere bronnen: