Longreads over cultuur - elke maand een nieuwe longread
Hoe ervaarden kunstenaars de coronaperiode?

Hoe ervaarden kunstenaars de coronaperiode?

Corona is voor iedereen een vreemde tijd geweest. In 2021 wilde ik weten hoe kunstenaars deze periode hebben ervaren. Samen met Frits Dijcks (hoofdredacteur Jegens & Tevens) heb ik in die periode twaalf kunstenaars geïnterviewd. Wat we wilden weten: hoe ervaarde je de coronaperiode?

1 april 2022 / 2974 woorden / 22,9 minuten leestijd / thema’s: kunst, corona / dit artikel is gebaseerd op de serie Post-Corona interviews die ik heb gedaan voor Jegens & Tevens

Alex Meidam: The Covid Diary: sparks in the dark (detail) © Rick Messemaker

Hoe heb je persoonlijk het begin van de coronaperiode ervaren?

Erik Pape (kon door corona niet zoals ieder jaar naar Parijs):

“Moeilijk! Een jaar geleden zou er een tentoonstelling opengaan bij Galerie Logman in Utrecht. Daar deed ik ook aan mee. Maar die opening viel net op de dag dat alles dichtging. De tentoonstelling was tijdens de eerste lockdown alleen op afspraak te bezoeken. In maart dacht ik toen: misschien dat in augustus alles over is, kan ik in september toch naar Parijs. In de zomermaanden was het ook iets minder met corona. Ik vond dat toch te riskant. Als ik de enorme mensenmassa’s de Parijse métro zag binnenstromen… Liever niet daartussen.

“De lockdown in Parijs was ook heel heftig. De wijk waar ik altijd rondzwerf, was min of meer afgesloten. Er waren straten waar je alleen met een mondkapje op in mocht. De vrienden waar ik ieder jaar logeer, mochten alleen naar buiten met een attest om boodschappen te doen. En dan alleen 1 kilometer in de omtrek. Zij gingen daarom naar hun tweede huis in het zuiden van Frankrijk. Alle restaurants waren ook dicht.”

Karin van Pinxteren:

“Ineens is daar corona. Voor iedereen komt alles op losse schroeven te staan. Paniek over het welzijn van familie en vrienden. Er is veel contact, zijn de naasten oké? In het dorp is de lijkwagen te vaak aanwezig.

Je kijkt ernaar en gaat vooruit door een stap terug te doen naar je reserve. Dat moet je doen om het inzicht, het doorzettingsvermogen, de noodzaak, de verwachting in het werk en de geest te kunnen blijven voeden.

Altijd voorzichtig, spaarzaam, omdat je nooit weet wat de dag van morgen zal brengen. Wat dat betreft is het kunstenaarsbestaan wankel.”

Gerco de Ruijter:

“Ik had een reis geboekt met mijn partner om drie maanden in de VS te zijn, van februari tot begin mei. We trokken daar rond met een campertje en een tent en ik werkte ook een beetje op het Lesnini Field.

“Toen brak de coronacrisis uit. Ook in de VS ging alles op slot. We kwamen de nationale parken niet meer in. Je kon niet meer eten in restaurants. Al die dorpen werden ghosttowns. Uiteindelijk keerden we in april al terug.

“En in Nederland was het toen opeens heel stil en angstig. Als ik ging reizen om ergens foto’s te maken met mijn vlieger, kwam ik ook op parkeerplaatsen waar je niet mocht staan en alles afgezet was. Ik dacht: als ik ergens buiten sta en ik adem de goede kant op, zal het allemaal wel loslopen.”

Kingman (Arizona) 2 april 2020 © Gerco de Ruijter

Heeft de coronacrisis je werk beïnvloed?

Iris Bouwmeester, maker van het boek Corona Drawings:

“Ik ben van nature een beeldhouwer. Beelden maken is een traag proces en is ook heel openlijk. Tekenen heeft iets veiligs. Je kunt snel reageren in situaties dat je denkt: ik weet niet wát er gebeurt maar het is heel intens. (…) En ik moet echt iets maken, ik ben heel beweeglijk van nature! Dus toen iedereen wc-papier ging hamsteren, kocht ik tekenpapier en kleurpotloden, en begon te tekenen.

“Het gekke is dat ik het ook meteen gaaf vond om zo’n periode mee te maken. Ik hou wel van spektakel! Daar heb ik nou eenmaal een merkwaardige voorliefde voor. De eerste drie tekeningen maakte ik als houvast. Ik had me ook een taak gegeven: een per dag. Ik ging ze delen op social media. Na een paar dagen kreeg ik reacties als: oh, dit ga je dus elke dag doen. Ik voelde ineens een soort verantwoordelijkheid om ermee door te gaan…

“Ik wist niet van alle tekeningen of ze goed of slecht waren. Daar ging het ook niet om. Ik wilde laten zien wat de kracht van een creatief proces kan zijn. Helemaal ongefilterd! Alleen maar het kader van een dag, een A4’tje en een potlood.”

Katarina Petrovic:

“I should be able to work against the odds, like any artist. Though the circumstances can be difficult sometimes. For a new exhibition I want to create an installation of networked vacuum tubes that have audio feedback systems within them. In these chambers you can control the pressure, therefore you can control the tones. It would be, in fact, an instrument to compose or make music using air.

“It is very difficult to develop this type of instrument right now! I can’t just go to the university and meet with scientists. It is also hard to get in contact with technicians that work with glass and electronics. They are not very eager to meet. I understand that.

“Luckily, I received a lot of help from friends last year. A long time ago I moved away from the practice in which you are the lone artist. This is why I am very much involved in research around arts and science.”

Alex Meidam, maker van The Covid Diary:

“Vanaf eind januari was ik onafgebroken op mijn atelier, ook zaterdags en zondags. Ik ben er ingegaan en niet meer uitgekomen. Ik kon toch nergens heen!

“Als je kunstenaar bent, wil je reflecteren op de tijd en de maatschappij waarin je leeft. Ik gebruikte de informatie die ik las voor de schilderijtjes die ik maakte. Die haalde ik uit diverse media op de dag zelf. De eerste doekjes in februari kregen als werktitel ‘There is something in the air’. Op de achterkant van de schilderijtjes die ik maakte, staat een soort label met ‘Stay home’, een nummer, datum en een titel.

“Ik had geen plan; het gebeurde gewoon. Ik sprak er veel over met Lynda, mijn vrouw, en ecosoof Henk Oosterling. Fotograaf Rick Messemaker legde vast hoe ik de verf maakte. Gaandeweg werd het een soort Gesamtkunstwerk. De titel van de tentoonstelling (The Covid Diary: sparks in the dark) hebben we ook samen bedacht.”

Judith Scheepers, werkte mee aan het project One Plague Year:

“Ik werd benaderd door Anneke Sools, een psychologe van de universiteit van Twente. (…) Samen met filosoof Yashar Saghai van de universiteit Twente deed zij onderzoek naar morele dilemma’s in de coronasituatie. Hoeveel morele dilemma’s zien leerlingen als je iets voorlegt? Ze wilde samenwerken met een tekenaar die deze morele dilemma’s uit kan beelden. (…)

“Ik dacht meteen: Oh, leuk, een keer iets heel anders! Dat maakte het ook wel lastig… Veel zoeken en met hen overleggen. Soms had ik een beetje invloed op de scènes. Ik had net zelf een begrafenis meegemaakt, echt zo’n situatie waar je je afvraagt: wie ga ik nu aanraken, wie niet. Dat sloot aan bij wat zij zochten.”

Judith Scheepers: tekening moreel dilemma, onderdeel van project One Plague Year

Heb je in deze periode nog je oude werk doorgenomen?

Gerco de Ruijter:

“Dankzij de coronacrisis ben ik veel meer met mijn archief bezig geweest. Ik heb teruggekeken naar wat ik al die jaren bij elkaar gefotografeerd heb. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat ik al twintig jaar op dezelfde plek foto’s maak, een plekje in de buurt van Herkingen, bij het Grevelingenmeer.

“In mijn archief zag ik dat dat een interessante reeks begon te worden die ik de afgelopen jaren steeds heb aangevuld met nieuw materiaal. Een mooi successieverhaal van een landschap. Het interessante van die plek is dat daar een hek in staat. Dat hek heb ik altijd in beeld. Doordat de wind steeds anders is, is de stand van het hek in mijn kader ook steeds anders. De stand van dat hek is steeds als loodlijn in beeld. Daaromheen draait in verschillende composities dat land. Ik probeer er een plek voor te vinden voor een mooie tentoonstelling.”

Midas Zwaan, verhuisde van atelier tijdens de coronacrisis:

“Heel lang werkte ik vanuit mijn huis in Hoofddorp. In de woonkamer, schuurtjes, in de tuin, ik werkte overal en nergens. (…) In dit nieuwe atelier wil ik het zo regelen dat je een tas boodschappen mee naar binnen kunt nemen, zodat je kunt koken, slapen en zonodig doorgaan als het moet. Een plek waar je je helemaal terug kunt trekken. Vlak voordat het coronavirus uitbrak, stond het hier nog helemaal volgestapeld. Op een gegeven moment neem je afscheid van je oude kunstwerken. Ik heb er toffe tentoonstellingen mee gehad en dat was mooi.

“Tien jaar lang heb ik met gevonden spullen gewerkt. Dus kringlopen en marktplaatsen afstruinen – het hele land heb ik afgereden om dingen op te halen. Ik was het best zat dat ik mezelf van alles aan het opleggen was door al die spullen en projecten. (…) Ik werk ook als tekendocent in het onderwijs en als je na de zoveelste keer vakantiegeld en dertiende maand in je kunst stopt, denk je: dit moet anders… Je moet ook leven!

“Waar andere mensen de coronaperiode ervaren als een verloren tijd, is het voor mij dus een inhaalslag. Ik heb honderd vierkante meter in alle rust kunnen verbouwen. En als alles weer gaat draaien, is hier ook alles opgeruimd en ingericht, kan ik weer mensen uitnodigen voor een presentatie van nieuw werk.”

Erik Pape:

“Ik heb in het atelier video’s gekeken die ik de afgelopen jaren heb opgenomen. Dat lampje daar is uit een etalage van een lingeriezaak en heb ik op video gefilmd. Die lampjes zie je in overvloed in Frankrijk. Elke hotelkamer had er vroeger een. Op het moment dat je dat ziet, denk je meteen aan het hotel in 1980 waar het lampje boven de wastafel hing. Het is een samenstelsel van jaren.”

Erik Pape: Bloemenvaas, 60 x 80 cm., 06 2020

Heeft de coronaperiode je visie op dingen veranderd?

Thijs Ebbe Fokkens:

“In het begin ervoer ik het eigenlijk wel redelijk positief. Het vervreemdende moment; de door iedereen gedeelde pas op de plaats. Zo’n moment – een soort ‘buiten de tijd’ – heeft wel verwantschap met mijn werk, de plekken, scènes en situaties die ik verbeeld. Ik zag ook een soort maatschappelijke opluchting: de toestemming om alles te laten vallen. Als een pauze in de rat race.

“En eventjes leek het ook best beloftevol… Dat de coronacrisis de mensheid zou nopen tot grote heroverwegingen. Hoe gaan we om met de aarde, met de dieren, met elkaar? Wat is essentieel? Enzovoort.

“Dat is allemaal behoorlijk ingezakt. Iedereen lijkt nu toch vooral te wachten op een soort terugkeer naar ‘normaal’. En om eerlijk te zijn krijg ik deze wachtmodus ook niet van me afgeschud. Zeker wat mijn kunstpraktijk betreft, omdat het werk zich steeds meer beweegt richting componeren van tijds- en plaatsgebonden ervaringen.”

Alex Meidam:

“Dit is eigenlijk maar een voorbode van wat er straks globaal gaat gebeuren met de klimaatcrisis. Die schaalsprong moeten we nog maken. We zijn er nog niet van af! Ik ben nu bezig met grotere doeken. Maar ook keert alles terug, maar altijd anders. Alles hangt met alles samen. Het is een kwestie van tijd. Mijn schilderijen zijn zo een soort feedbackloop.”

Katarina Petrovic:

“I was born in former Yugoslavia. I grew up in a country that was in a state of crisis! Corona as a warstate enemy, I don’t think it’s a good metaphor. It is not a war. What a pandemic and a war have in common is… the immediacy. Whatever you do, it is immediate, right there with you. When you think of buying coffee, you can’t go buy coffee. When you think of meeting a friend, you can’t go meet a friend. When I was twelve, there was bombing, and I just wanted to go out and hang out with friends. And I couldn’t. You kept being met with this, over and over.

“I saw people here stricken with fear while I was in action mode. It is in our Balkan mentality but we don’t do well with fear. When we were bombed by NATO, instead of being fearful, we created targets, we walked on the streets with a target T-shirt. I kind of have that mentality as well. Come on, bring it on!”

Karin van Pinxteren:

“Corona heeft de tankstations van het onverwachte weggevaagd. Er zijn geen openingen voor verwondering en ontspannende conversaties, geen tentoonstellingen om je visie te voeden, geen reizen naar andere oorden en als je vrienden of familie al kunt zien, moet je afstand houden of vroeg naar huis. Wat dat betreft is het leven vacuüm getrokken.”

Karin van Pinxteren: Gedicht in casino #6 | Chongqing China | 94 x 94 x 3,5 cm | mixed + poëzie | 2017 – 2020 | photo Peter Cox

Hoe kijk je nu terug op de coronaperiode?

Midas Zwaan:

“Als kunstenaar zijnde ben je al veel op jezelf, alleen in je atelier, op jezelf teruggeworpen. Voor mensen die in zorginstellingen wonen, verandert er ook niet zoveel, dat was toch al hun leven. Veel mensen vergeten dat veel andere mensen voor corona al leefden in die beperking, die geen berg aan sociale contacten hebben, die niet altijd kunnen feesten of reizen. Als kunstenaar behoor je in principe ook tot die groep. Je bent toch op je atelier… Waar ben je anders? Dan kun je geen kunst maken.”

Judith Scheepers:

“Ik heb ook wel af en toe gebaald hoor, maar er is ook wel iets moois gebeurd afgelopen jaar: dat je weet dat niets vaststaat. Eén gekke wending en dan verandert er van alles. Ik vind het ook wel fijn dat de toekomst niet zo vastligt. Dat maakt het dynamischer en interessanter. Heel interessant om te zien hoe je als mens mee kunt veren met alles!”

Marie Civikov:

“Als ik iets positiefs moet noemen voor mezelf, dan denk ik aan het lagere tempo waarmee ik de dingen ben gaan doen. Die komen voort uit de eerste ‘intelligente’ lockdown, toen bijna iedereen daadwerkelijk thuis zat en de straten leeg waren. Het aannemen van die tragere modus bevalt mij ergens wel. (…) De periode waarin wij ons nu begeven, zie ik daarom ook als een mogelijkheid om ‘gedwongen’ de tijd te nemen mijn ervaringen te verwerken. Ik ben minder vaak onderweg en veel aan het werk op mijn atelier.

“Waar ik voorheen vaak de druk ervoer van louter het produceren, accepteer ik nu meer de tijd die ik nodig heb om tot verdieping te komen, om te lezen en dingen te zien of simpelweg na te denken. Samen met – of beter gezegd als onderdeel van de ervaring van het leven zelf – vormen zij de voedingsbodem voor het werk dat ik maak.

“Ik hoop dat ik bij de opening van de eerste tentoonstelling in april in Sofia aanwezig kan zijn, maar daar kan ik nu nog geen voorspelling over doen. Dat is denk ik ook iets waar we allemaal mee om hebben moeten leren gaan; de onvoorspelbaarheid van de hele situatie, waaraan we hier nog weinig gewend waren. Binnen een paar dagen kan alles anders zijn.”

Annemarie Slobbe:

“Ik denk dat het afgelopen jaar voor veel mensen een soort spoedcursus bleek te zijn doordat de wereld zich in grootse contrasten wist te tonen. Kijkend naar de samenleving zag ik hoe ieders ‘state of mind’ werd uitvergroot; Waar de een werd bevangen door angst, kon de ander juist op adem komen doordat de dagelijkse ratrace werd onderbroken.

“Wanneer zekerheden weg lijken te vallen en er geen afleiding meer is, zie je hoe stabiel iemand werkelijk is. Met het streven om tot rust te keren, is de confrontatie de grootste leermeester. Het is een goede periode om kritisch te kijken naar het geestelijk fundament. Wanneer je op de proef gesteld wordt, kun je gericht werken aan de blootgelegde zwakke punten.”

Iris Bouwmeester:

“Ik merk dat ik veel geconcentreerder werk, zorgvuldiger met mijn materiaal omga. (…) Voorheen had ik wel last van the fear of missing out. Ik moest altijd iedere week naar minimaal een optreden, een tentoonstelling, een feestje. Nu denk ik: oe, dit is lekker, ik ga door en door. Ik stel me zo voor dat kunstenaars van vijftig jaar geleden die concentratie die ik nu ook ervaar veel meer kenden.

“Om me heen zie ik ook veel fantastische dingen gebeuren. Ook omdat al die kunstenaars een beetje met rust gelaten worden, denk ik, dat komt de werken ook ten goede! Ik heb het idee dat er een inniger relatie kan plaatsvinden tussen kunstwerk en de maker. Nu is het persoonlijker. Ik hou daarvan, dat vind ik heel mooi.”

Peter Vink:

“Je hebt ook winnaars in 2020, zoals Albert Heijn… Ik weet niet of ik bij de winnaars hoor, ik probeer gewoon door te gaan met mijn projecten. Ik heb eerlijk gezegd ook niet zoveel last van corona gehad. Voor een groot deel werk ik achter mijn laptop natuurlijk. En ik kan ook nog steeds een-op-een afspreken met collega’s, om contact te houden. En ik heb altijd wisselende inkomsten, daadoor ben ik van nature al crisisbestendig.

“Het is wel een bijzondere tijd om mee te maken. Vooral de realisatie dat niet alles vanzelfsprekend is. Daarbij heb ik nog meer bewondering gekregen voor de curatoren en organisatoren dan ik al had. Zoals bijvoorbeeld van Big Art. De energie die zij hebben om er in deze omstandigheden toch steeds weer wat van te maken… die is echt heel bijzonder.”

Gleisdreieck © Peter Vink

Met dank aan alle kunstenaars die aan dit project meewerkten. Bij de links naar de interviews staan de links naar hun eigen websites en projecten: