Daar ligt ie op mijn bord: de Insectaburger. Ik merkte meteen hoe mijn hersenen op hol sloegen toen ik zag dat er buffalowormen in waren verwerkt. Toch is dit de toekomst. De vraag die Indipendenza zich stelt: gaat dit bij ons doorbreken?
2 oktober 2016 / 1633 woorden / 12 minuten leestijd / onderwerpen: voeding, entomofagie / vorm: journalistiek artikel, interviews
1. De voordelen zijn enorm
De weerzin is begrijpelijk, bedacht ik me toen ik mijn eerste Damhert Insectaburger at. Maar na mijn aanvankelijke aarzeling at ik de burger zonder problemen op. Beetje droog misschien. Zeker niet vies. Ik proef geen verschil met andere vegetarische burgers.
En nee, gebakken sprinkhaan hoef je echt niet te eten. Dankzij bewerking in pasta, patés en burgers hoef je niet eens te denken aan insecten. Mensen blijken het verschil niet eens te proeven.
Alle voordelen op een rij: we kunnen de veestapel verkleinen en de natuur zo weer teruggeven aan de natuur zelf. We hoeven geen koeien, varkens, kippen en insecten meer te doden voor ons eten. Dankzij de eiwitten kunnen met de producten hongersnoden bestreden worden. En ten slotte het beste argument: het scheelt uiteindelijk in ieders portemonnee.
Wie liever door charisma overtuigd wil worden: laat je overtuigen door Pat Crowley, waterwetenschapper, die hieronder geestig vertelt hoe hij de ‘krekelreep’ Chapul is begonnen in de VS. Hier vind je nog een andere, feitelijker TED-speech. Beide komen tot dezelfde conclusies: het is goed om te proberen.
2. Vernieuwing komt uit België
De markt wacht niet. De consument bepaalt niet altijd wat op de markt komt. Producenten gaan ook zelf op zoek naar de consument, om die te overtuigen van hun product. En dat is wat ook in de wereld van de entomofagie gebeurt.
De wereld van de aangepaste insectenproducten is her en der in beweging. Maar… niet in Nederland. Een ‘gidsland’ maar op punt van het eten van verwerkte insecten voelen we koudwatervrees. We wachten liever af zoals uit deze reactie van Ahold blijkt:
‘Wij verkopen alleen op ah.nl drie soorten insectenproducten. We zien op dit moment nog weinig belangstelling van onze klanten voor het eten van verwerkte insecten, maar we houden de ontwikkelingen uiteraard goed in de gaten.’
De vernieuwing komt nu uit België. Aldento en Green Kow zijn bijvoorbeeld twee producenten die specifiek verwerkte insecten toepassen in hun producten. De insectaburgers zijn van Damhert, ook een Belgisch bedrijf. Het Belgische online retailblad Gondola vermeldt het ene nieuwtje na het andere nieuwtje over insecten.
3. Producenten wachten tot consumenten durven
De twee producenten die op eigen houtje proberen de markt te veroveren zijn Aldento en Green Kow. Indipendenza laat beide producenten aan het woord om te vragen wat ze doen om de verwerkte insectenproducten meer ingeburgerd te krijgen.
Sofia Goffard van ALDENTO:
‘Ons bedrijf bestaat sinds eind januari 2015. We zijn maar met zijn tweeën bezig om de producten te ontwikkelen, het bedrijf te runnen, de communicatie en marketing te doen, en te onderzoeken welke regels er zijn voor de productie van een dergelijk product.
‘Consumenten zijn bereid om hun dieet en gastvrijheid aan te passen. We krijgen positieve en vriendelijke reacties als mensen de kans hebben om eerst te proeven voor het vellen van een oordeel. Eetgewoonten zijn onderdeel van onze manier van leven. Als je dit wilt aanpassen, heb je duidelijke en constante toelichting over de voordelen nodig.
‘De vernieuwing en verandering is iets beanstigends. Maar we hebben nu eenmaal een limiet bereikt in beschikbare voedselbronnen. Die verandering is dus onvermijdelijk. Om dat te kunnen, moeten we geduldig zijn en een langetermijnvisie aanhouden.
‘Kijk bijvoorbeeld naar de populariteit van sushi. Vroeger dacht geen consument eraan om rauwe vis te eten.
‘De ontwikkeling van verschillende soorten pasta is in volle gang en is in feite oneindig… We kunnen de vormen, kleuren, granen, insecten variëren en kunnen verse pasta leveren en droge pasta…’
Damien Huysmans van Green Kow Company:
‘Het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van Voedselketen) nam de moedige en intelligente beslissing om een lijst van tien insecten voor menselijke consumptie op te stellen.
‘Spreads (of tapenades) zijn producten voor universeel gebruik. Men kan ze gebruiken voor het aperitief, als basis voor een sandwich (met kaas en salade bijvoorbeeld), als saus.
‘Wij waren de eerste in Europa om een dergelijk product op basis van insecten nationaal aan te bieden. Via distributeur Delhaize België hebben we het in september 2014 verkocht onder de naam Green BUGS.
‘We mengen bekende groenten met onze meelwormen: aan de ene kant wortelsmaak, aan de andere kant tomaat. En onze producten bevatten uiteindelijk maar 5 % onzichtbare insecten.
‘Ik kom nauwelijks mensen tegen die het nog nooit hebben geproefd en dan zeggen ze dat perse niet willen eten. Ik zie vooral steeds meer consumenten die het proberen. En dat is alleen niet een kwestie van leeftijd, maar van nieuwsgierigheid en openheid.
‘Nu kun je ook stellen dat we de noodzakelijke communicatie hebben gedaan en de nieuwe producten regelmatig onder de aandacht hebben gebracht.
‘We hebben met veel zaken te maken: de smaak (gastronomie), de voedingswaarden en het respect voor het milieu. Minder broeikasgassen, minder water en planten die noodzakelijk zijn voor de productie.
‘Wij hopen natuurlijk dat de grote Nederlandse distributeurs zoals Jumbo of Albert Heijn binnenkort onze producten zullen aanbieden. Sommigen van hen hebben al incidenteel een hamburger of gedroogde insecten in hun winkels. Het hoeft niet beperkt te blijven tot de bekende vormen van vleesvervangers. We zijn ervan overtuigd dat een aantrekkelijk aanbod voor een grotere vraag zal zorgen.
‘We hebben naast spreads nog meer producten die klaar zijn om te worden vervaardigd en we zijn bereid om bij wijze van spreken morgen de Nederlandse distributeurs te leren kennen als ze ons uitnodigen voor een gesprek. En dan zijn nu al tien insecten goedgekeurd voor gebruik in België, dat maakt een aantal combinaties voor nog nieuwere producten nog groter.’
4. De wetgeving laat te wensen over
Het zet aan het denken: als het in België kan, waarom dan niet ook in Nederland? Hoe zit het met die certificering van producten gebaseerd op meelwormen? In hoeverre is het een probleem dat ze in België zijn gemaakt? Het adres om dit te vragen te stellen, is Skal Biocontrole. Dit is het antwoord van Jan Hoekman van Skal:
‘Hierbij ga ik ervan uit dat de producten in België als biologisch product zijn gecertificeerd. In de EU accepteren we elkaars biologische certificaten van de producten die onder de scope van de Europese Verordening vallen. Wanneer een Belgisch product door de Belgische gecertificeerde partij in Nederland wordt verhandeld aan de eindconsument hoeft daar geen Nederlandse certificering tussen te zitten.
‘Wanneer een Nederlandse handelaar het product inkoopt van de Belgische ondernemer en het ongewijzigd aan de eindconsument verkoopt hoeft er ook geen Nederlandse certificering plaats te vinden. In alle andere gevallen (ompakken, handel onder eigen naam, B2B, etc) moet de betreffende Nederlandse partij zijn gecertificeerd.
‘Het feit dat er meelwormen in zitten maakt daarin niets uit: de meelworm kan niet als biologisch worden gecertificeerd omdat deze niet onder de scope van de EU-verordening valt (voor insecten is geen regelgeving opgesteld).
‘Ik weet niet of België als lidstaat nationale normen voor de biologische productie van biologische insecten heeft opgesteld. Als dat wel zo is en de kweek van de wormen voldoet daaraan wordt dat in Nederland geaccepteerd. Is dit niet het geval, dan zijn de wormen dus niet biologisch. Het product kan dan niet als biologisch worden verkocht, maar kan wel worden verkocht met de aanduiding dat het bereid is met biologische producten (waarbij aangegeven moet worden welke ingrediënten dan biologisch zijn).’
Dus, opmerkelijk genoeg, ligt de weg vrij voor de handel in Nederland. Een mailtje naar de distributeur van Ekoplaza, Udea BV. Steven IJzerman van Udea BV reageert als volgt:
‘Op dit moment hebben wij nog geen van deze of andere producten met insecten in het assortiment. De reden hiervan is dat deze nog niet biologisch zijn gecertificeerd. Voor EkoPlaza is dit een vereiste.’
Ik heb net van Skal begrepen dat als er voor insecten geen regelgeving is opgesteld. Wat zou er dan nog in de weg kunnen staan?
‘Binnen ons assortiment kiezen wij enkel voor biologisch gecertificeerde producten. Mocht het onmogelijk zijn een product te certificeren, dan kunnen wij altijd overwegen om het product op te nemen, mits het product op milieutechnische aspecten een duidelijke meerwaarde heeft.’
Wie weet dan maar. En Marqt misschien? Is dat niet een plek voor vernieuwingen?
‘Hartelijk dank voor je bericht. Wij hebben het in goede orde ontvangen en nemen zo spoedig mogelijk contact met je op.’
Helaas, ook na een reminder, kreeg ik geen antwoord.
5. Ups en downs maar de verwerkte insecten komen er wel
Het is zeker geen makkelijke weg, zoals blijkt uit het bericht dat Delhaize gestopt is met de Green Bugs, het product van Green Kow. Maar geen enkele vernieuwing is een makkelijke weg. De elektrische auto heeft er ook drie decennia over gedaan.
Toch stelt het teleur dat de consumenten en producenten in Nederland zo passief zijn op dit punt. Op het gebied van het homohuwelijk lopen we terecht voorop. Heel mooi. Maar op andere punten, we moeten het maar erkennen, zijn we aartsconservatief.
Dat begint bij iedere consument. Ook ik moest mezelf met de Insectaburger overwinnen. Maar een kleine hap voor jezelf is soms een grote hap voor de mensheid.
Tevreden met het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie: