Jane Bowles: schrijfster van één hilarische roman

Indipendenza geeft om de maand aandacht aan bijzondere literatuur die in het Nederlandse taalgebied is uitgegeven. Deze keer: Twee Keurige Dames van Jane Bowles (Bezige Bij, 1967).

1 maart 2022 / 2277 woorden / 17 minuten leestijd / thema’s: humor, literatuur

Hoeveel schrijvers hebben maar één roman geschreven? De meeste schrijvers zien hun eerste roman alleen als een startschot voor een oeuvre. Soms zit het lot in de weg, zoals in het geval van Jean de la Ville de Mirmont. Soms zijn er andere factoren in het spel – iemand kiest voor een andere loopbaan en vergeet de literaire dromen. Soms komt er eenvoudigweg niets meer uit de pen, zoals bij Jane Bowles het geval was.

Wie was Jane Bowles en waarom schreef ze maar een roman?

Jane Bowles schreef wel maar één roman maar niet één boek: ze schreef nog het toneelstuk In the summer house, en nog een aantal korte verhalen.

Je kunt de geschiedenis van Jane Bowles niet vertellen zonder daarbij haar echtgenoot Paul Bowles te noemen. Hij was vertaler, componist en schrijver. Hij schreef het boek dat beroemder is door de film: The Sheltering Sky. Jane Bowles overleed in 1973 en Paul Bowles werd een stuk ouder: hij overleed in 1999.

Ze woonden op uiteenlopende plaatsen: Costa Rica, Frankrijk, Mexico, de Verenigde Staten (waar ze geboren was, en opgegroeid in Zwitserland). Daar schreef ze in 1942 Two Serious Ladies. Ten slotte verhuisden ze in 1947 naar Tangiers in Marokko. Haar boek schreef ze in haar Amerikaanse periode. Ze leefden een tijdje in een pension met de schrijvers Richard Wright, Carson McCullers, Benjamin Britten (componist) en burleske danseres Gypsy Rose Lee, waar ik eerder in een ander artikel over heb geschreven.

Wie was Jane Bowles dan? Truman Capote beschreef haar ‘met haar dahliahoofd van kortgeknipt krulletjeshaar, haar wipneus, de gekte in haar ogen die glanzen van het kattekwaad, haar uiterst originele stem (een hese sopraan), haar jongensachtige kleding en het figuur van een schoolmeisje, haar enigszins manke manier van lopen…’ Hij was fan van haar. Ondanks haar geringe oeuvre had ze nog meer fans van naam: schrijvers als Alice Toklas, Alan Sillitoe en Harold Pinter.

Cover van de Bezige Bij-paperback uit 1967

Ed Schilders las A Little Original Sin The Life and Work of Jane Bowles van Millicent Dillon (er staat ook een verkorte versie op de website van de erven van Paul Bowles) en schetste Jane Bowles als volgt in de VN-boekenbijlage van 1983:

Opgevoed door een moeder die haar verwende, op jonge leeftijd zonder vader en als tiener lange tijd van het werkelijke leven uitgezonderd door haar verblijf in klinieken, lijkt het alsof ze later haar leven nooit in een omarming, gespierd of vertederd, heeft kunnen vatten, hoezeer ze daar ook naar streefde. Ze werd door het leven zelf overrompeld, aangevreten door het fatalisme en de angsten die ze ontwikkeld had. De lijst van haar fobieën is lang en gevarieerd. Ze was bang voor honden, haaien, slangen, bergen en brand. Kleine onbeduidende conflicten zag ze in haar geest uitgroeien tot de dreiging van bloederige drama’s. Ze nam liever dertig trappen dan één lift. De angst voor insecten, Indianen en het oerwoud, en de gedachte daar vermoord te zullen worden, vergezelden haar op haar reizen door Midden-Amerika. Treinen nam ze, maar ze werd dan zo snel mogelijk dronken. In tunnels gilde ze. Er waren tijden dat ze niet durfde te gaan slapen. Sterfgevallen in haar vriendenkring beschouwde ze als besmettelijke gebeurtenissen. Haar veertigste verjaardag noemde ze een ‘shock’ die ze al jaren had zien aankomen. Op haar laatste ziekbed bekeerde ze zich tot het katholicisme. De totale druk waaronder al die grote en kleine angsten haar gezet hebben, vatte ze zelf het best samen toen ze schreef: ‘Ik heb nog nooit één dag genoten, maar ik ben nog nooit opgehouden met mijn pogingen het geluk naar mijn hand te zetten.’

Ik vind dit wel een lief en aandoenlijk portret. Het maakt haar menselijk, vriendelijk en open. In hetzelfde stuk legt Ed Schilders uit dat een tweede boek niet lukte:

Er kwam altijd wel iets tussen. In Acapulco, eind jaren dertig, schrijft Dillon, ‘probeerde ze te schrijven maar was er niet toe in staat. Er was niet genoeg afwisseling, er waren niet genoeg mensen, klaagde ze bij Paul.’ Later, als er genoeg afwisseling is en genoeg mensen in haar behoefte aan contact voorzien, blijft er – uiteraard – te weinig tijd over om te schrijven. ‘Jane was always resisting work,’ zegt een van haar beste vrienden en Paul Bowles merkt op dat de last van het schrijven te zwaar voor haar was om in één keer getrokken te worden.

Vooral angst haar weerhield haar dus van het schrijven van meer boeken. Lees de volgende verklaring van Ed Schilders:

{…} het staat vast dat Jane Bowles de bijna surrealistische ontknoping van The Sheltering Sky als een onontkoombare voorspelling – verraad, ontrouw, degradatie, schuld en boete – beschouwd heeft van haar eigen lot. Wie zo met literatuur omgaat, heeft, denk ik, volop redenen om bang te zijn dat een eigen roman even verschrikkelijke en wellicht nog fatalere waarheden aan het licht zal brengen. Zo iemand schrijft of één enkel, alles vernietigend meesterwerk, of helemaal niets meer.

De universiteit van Michigan gaat in een essay nog iets dieper in op de ongelooflijke verschillen tussen Jane en Paul Bowles.

Jane remarked, “Paul and I are so incompatible that we should be in a museum.” She had been spoiled and indulged as a child, he had been oppressed and mistreated; she was childlike, he was paternal. She was extravagant, he was careful with money. Jane showed her feelings and was out of control, he hid his emotions and was disciplined. She was volatile and dependent, he was reserved and self-contained—though Jane enabled him to release emotions that he normally repressed. Jane was constantly frightened, Paul loved horrific situations. She was an entertainer, he was an observer.

Het essay gaat diep in op de ongewone privésituatie van het stel: They … were essentially homosexual, and felt free to pursue their own sexual interests. In 1938 they surprised all their friends by getting married.

Ik weet niet of deze geschiedenissen echt van invloed zijn op hun boeken maar het essay The Oddest Couple: Paul and Jane Bowles is ongetwijfeld smakelijk leesmateriaal voor de liefhebber.

Waar gaat Twee Keurige Dames over?

Het boek begint met het portret van de twee dames, Miss Gamelon en Miss Goering. Ze wonen samen in een huisje. Miss Goering heeft interesse in nieuwe avonturen, waar Miss Gamelon meer een zenuwachtig type is. Op een feestje spreken ze met vriendin Mrs. Copperfield, die met haar man naar Panama gaat. Zelf ontmoet MIss Goering de ‘corpulente’ man Arnold, en via hem ontmoeten ze ook zijn vader, die vrijwel meteen verliefd wordt op Miss Goering.

Na deze introductie gaan we naar Panama, waar Mrs. Copperfield zich enorm thuis voelt in het amrzalige hotel van Mrs. Quill, waar ook Pacifica woont, die nogal vaak ‘afspreekt’ met mannen. Als dhr. Copperfield voorstelt om naar de jungle te gaan, wil Mrs. Copperfield alleen maar terug naar het hotel. Daarna is het een flinke hoeveelheid ontwikkelingen rondom haar, Mrs. Quill, Pacifica in diverse hotels en nachtclubs.

Op drie-vierde van het boek keren we terug naar Miss Gamelon en Miss Goering. Miss Goering voelt een drang om met mannen mee te gaan, waaronder een nietsnut genaamd Andy. Ondertussen hokt Arnold met Miss Gamelon en zegt Miss Goering definitief gedag tegen Arnolds vader.

Het lastige van het samenvatten van goede boeken is dat je zelden met het verhaal recht doet aan het boek. In dit boek, vertaald als Twee Keurige Dames in 1967, lees je geweldige karakteriseringen en verrassende dialogen die het voor mij ver boven de gemiddelde roman uittillen.

Ook al was Jane Bowles pas 21 toen ze het schreef; je merkt in bijna niets dat ze die leeftijd had – hooguit in het feit dat karakters vrij snel ineens angstig of opgewerkt worden. Het boek heeft een hele prettige lichtvoetige schrijfstijl. Romanclichés of serieuze liefdesclichés kwam ik niet tegen. Daarom is het haar boek uit 1947 nog steeds prima te lezen.

Zowel de vrouwen als de mannen zijn heel interessant geschetst. De karakters maken veel emoties door zonder dat er gewone verklaringen voor zijn. Ze verliezen soms ineens hun interesse. Of zijn zo bezig met hun gevoelens dat ze niet door hebben hoe sociaal onhandig ze wel zijn. In een seconde kunnen ze ineens lusteloos worden, angstig of juist energiek. En op hun beslissingen zijn ook al geen pijl te trekken. Die verbeelding had Jane Bowles feilloos in de vingers.

Het is niet een goed hoofdstuk, maar het hele boek is zo. Dan raakt Miss Copperfield ineens in gesprek met Peggy Gladys, Miss Goering ineens met Dick en Bernice. Dialogen komen uit het niets, de karakters komen uit het niets en zo is het echte leven natuurlijk ook.

De scènes bouwen hierdoor ook niet op traditionele romanmanier op naar een ontknoping. Drie keurige dames is wel een boek over seks, angsten, keuzes en depressies. Het speelt nauwelijks een rol in het verhaal. Vooral de seksualiteit speelt het hele boek door een rol. Maar er is geen seksscène te vinden, nauwelijks een kus.

Kortom: het boek gaat niet over een thema maar is juist wel heel rijk aan van alles. Ik weet niet of ik veel boeken ken met interessantere mannenkarakters! De lusteloze Arnold, diens vader (‘Zelfs als we visite hebben, kan hij zijn leeuwennatuur niet beheersen’). Mannen als Mr. Copperfield die alsmaar teleurgesteld is in zijn vrouw, Andy die zich plotseling uitkleedt, of Ben die zo hard op een liftknopje ramt zodanig dat Miss Goering er bang van wordt maar ook fascineert. Een rijkdom van totaal verschillende mannenpersonages.

Dialogen om vingers bij af te likken

Zelf vind ik het boek vooral verbazingwekkend in hoe je de karakters in de roman van Jane Bowles leert kennen door de dialogen die ze voeren. Hun antwoorden zijn allemaal een tikje anders dan je gewend bent in de meeste romans. Ze zijn net iets vreemder dan gemiddeld. En vertellen zo meer over de persoon in kwestie. Let bijvoorbeeld op deze reactie van Miss Goering:

‘U woont zo ver buiten de stad’, zei Arnold. ‘Waarom blijft u vannacht niet in mijn huis slapen? Wij hebben een logeerkamer.’

‘Dat zal ik waarschijnlijk wel doen,’ zei Miss Goering, hoewel het volkomen in strijd is met mijn opvattingen, maar ik heb die zelfs nog nooit in de praktijk kunnen brengen, hoewel ik alles ernaar oordeel.’

Of bekijk deze reactie van Miss Goering op een opmerking van Arnold:

‘Lieve hemel,’ zei ze tegen Arnold, ‘ik moet bekennen dat ik geen slaap heb. Iets ergers bestaat er niet, nietwaar?’

‘Nee, dat is verschrikkelijk,’ zei Arnold. ‘Zelf zou ik zo op het karpet kunnen neervallen en er blijven liggen tot morgenmiddag, zo uitgeput voel ik me.’

Miss Goering vond dit een zeer ongastvrije opmerking en ze werd een beetje bang.

Arnold heeft weinig karakter, en dat blijkt uit deze dialoog:

‘Ja, ja, het is heus waar. Bovendien kan ik je zeggen dat ik het volkomen onzinnig vind, om je lichamelijk te verplaatsen. Alle plaatsen zijn min of meer gelijk.’

Hierop gaf Miss Goering geen antwoord. Ze trok haar sjaal dichter om haar schouders en zag er plotseling echt oud en heel bedroefd uit.

Arnold begon te twijfelen aan de juistheid van wat hij zojuist had gezegd en besloot onmiddellijk de volgende avond precies hetzelfde uitstapje te maken waavan Miss Goering net was teruggekeerd. Hij beet zijn kiezen op elkaar en haalde een opschrijfboekje uit zijn zak.

‘Wil je mij de details verstrekken hoe ik het vasteland kan bereiken?’ zei Arnold. ‘De vertrektijden van de treinen en zo voort.’

Karakters reageren in dit boek aldoor op een manier die je niet had verwacht – en dat verrast de karakters soms zelf ook:

‘Bestelt u nu maar waar u trek in hebt, wilt u?’

‘Ik neem aan sandwich met kalkoen en een sandwich met varkensvlees, een kop koffie en een glas whiskey.’

‘Wat een vreemde psychologie!’ dacht Miss Goering. ‘Ik had gedacht dat hij verlegen zou zijn, nadat hij net gezegd heeft dat hij geen honger heeft.’

En sommige zinnen kan ik wel dertig keer herlezen zo fraai vind ik ze:

”O, ik ben er dol op,’ zei Miss Goering. ‘Ik ben fundamenteel een luchthartig mens. Dat wil zeggen, ik geniet van alle dingen waarvan luchthartige mensen genieten.’

Is het dan niet jammer dat Jane Bowles maar een geweldig boek heeft achtergelaten? Misschien wel, misschien niet. Wat mensen soms vergeten, is dat je ook niet meer hóeft te schrijven. Een boek, geen boek, zestien boeken: het mag allemaal. Het probleem zijn de tijdgenoten die alsmaar blijven vragen naar het volgende boek.

En ze heeft het wel geprobeerd, gezien de vele notities die ze achterliet, maar het lukte gewoon niet meer. Paul Bowles schreef meer dan een handvol romans, de meeste zwartgallig en nihilistisch, terwijl het proza van Jane Bowles veel geestiger en luchtiger omging met het drama. In dat opzicht vulden ze elkaar ook zelfs perfect aan op een literaire manier. En zo moet je er ook altijd naar kijken: roman worden geschreven door mensen.

Tevreden met het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie:

Meer lezen, kijken of luisteren?