Films over doven, dat is een echte niche in de cinema. Er zijn maar een paar films waarin doven een grote rol spelen. Vaak leggen die films toch de focus op de horenden. Tijdens IDFA werd een film vertoond die de focus legt op de doven. Geluiden spelen de hoofdrol. Wat Indipendenza wil weten: Hoe klinkt dat dan?
1 november 2023 / 1322 woorden / 7 minuten leestijd / Thema’s: film, doven, kunst / Copyright beeldmateriaal via IDFA Presskit 2023 van The Tuba Thieves
Wat is het verhaal van The Tuba Thieves?
Sommige films (vaak de betere) hebben niet altijd een makkelijk na te vertellen verhaal. Laten we toch een poging wagen. We beginnen met twee mensen die in gebarentaal communiceren, staand op een heuvel boven de stad Los Angeles.
Vervolgens gaan we van geluid naar geluid. We zien een blushelikopter en de tekst verschijnt: Vibrating air. Van poema’s gaan we over naar surfers: Rush and fall. Dan iemand die ijshockeyschaatsen slijpt: Motor powers down, buzzes. Een geluidsstudio. Nyke finger’s tapping on keyboard. Een band oefent. Pauline’s violin seperates, High textured scratch. Een dove man oefent bij een audioloog woorden. Hij vindt het verschrikkelijk.
De rode draad van de film: diefstallen van tuba’s in 2011 op diverse Amerikaanse highschools in Los Angeles (en andere instrumenten). Het aantal loopt op in de zomer. De film volgt vrij losjes twee dove/slechthorende karakters: Nyke en Geovanny. Hun verhalen hangen enigszins samen. Dat is alleen maar een startpunt voor een film die niet de mensen, of de verhaallijnen, maar de geluiden zal volgen.
Wat is er bijzonder aan deze film?
Ik heb de film twee keer gezien en zelfs de tweede keer is het niet makkelijk om alles te volgen. Allereerst vraag je je af: is dit een speelfilm, een in scène gezette documentaire, een documentaire met fictie-elementen over geluid of een kunstwerk (video-art)? Voor regisseur Alison O’Daniel was het niet zo ingewikkeld: ‘Voor mij is het een film.’
De film wil doofheid en slechthorendheid een (artistieke) invulling geven. Consequent horen we achtergrondgeluiden en zien we teksten van de geluiden in beeld. We kijken naar een stadion, horen een bromgeluid en in beeld verschijnt de tekst: Low pitch wavers. Daarna een stadsbus: Passing traffic outside. Chatter inside.
Het verhaal wordt dus gedreven door geluid. Dat horen we niet alleen, we lezen het ook: Faint buzzing. Undeciperable voice on loudspeaker. Steady airconditioner zhzhzh. Wind in trees. Wood creaks. Distant chatter. Rain beats against the metal. Fluttering feathers. High pitch of jet engine approaching. Hint of music. Soms staan zelfs de decibellen erbij.
Maar niet alle geluiden zijn normale buitengeluiden, zoals Low tones and vibrating clicks op het moment dat er tuba’s worden gestolen. Soms is er zelfs een paar minuten geen geluid. Soms staat er een radio aan. Of horen we planten een Mmmmmmm geluid maken.
Normaal komt de vaart uit dialogen. Die zijn hier bijna niet aanwezig. De hele film heeft wel diverse geanimeerde en geluidsloze gesprekken in doventaal. Zoals een geestige gebarendialoog over hoe funghi zich voortplant.
Het doet mijzelf ook wel denken aan de aandacht voor geluiden in Jacques Tati’s Playtime, waar ook hele stukken zonder dialoog in voorkomen. Daar was het satirisch bedoeld, tegen de moderniteit, hier is het een mix tussen speelsheid en kunst.
Het gaat niet alleen om geluid, de film biedt ook veel spektakel in beeld. Ronduit verbijsterend is het beeld als een skateboarder flesjes omgooit, waarna we overgaan naar ondersteboven shots – terugwaarts gefilmd – vanuit een auto die door een tunnel rijdt… En dan het geluid van bosbranden erbij… Of een groepje dove dames dat kalm kaartspeelt bij een punkconcert (een verwijzing naar concerten in The Deaf Club in 1979).
Niet alles in de film is goed te volgen. Met name bij het zwijgende optreden moet je maar net weten dat het een verwijzing is naar John Cage’s optreden 4.33. Waarna een man een bos inloopt en je snapt niet helemaal wat hij gaat doen. Of een uit de lucht vallend gesprek over tuba’s in latin. Een drummer en we zien foto’s van straaljagers die door de geluidsbarrière gaan….
De film heeft wel wat onevenwichtigheid maar dat is ook wel de charme. Zoiets kun je verwachten als iets het avontuur opzoekt.
Wie is de regisseur van de film en wat waren de gedachten achter de film?
Alison O’Daniel, zelf slechthorend, is visueel kunstenaar en regisseur. We moeten het verhaal van de tubadiefstallen dan ook zien als haar poëtische vertrekpunt, legt ze uit. ‘Ik wil ervoor zorgen dat het publiek het gaat waarderen, dat ze niet goed begrijpen wat er allemaal gebeurt…’
Het project begon bij een ander kunstproject van haar. Toen viel het haar op hoe verschillend de ervaringen waren tussen de horende en niet-horende acteurs. Ze hoorde toen ook in Los Angeles over het verhaal van de gestolen tuba’s. Ze ging langs scholen en wilde weten hoe de muziekstudenten het hadden ervaren. Daarna vroeg ze drie muzikale scores vóór dat de film werd gemaakt en rijpte langzaam het idee voor deze film, maar concreet was er nog weinig. En ze moest ook nog de financiën regelen.
In een interview op de website van VPRO licht ze onder een viaduct van het Vondelpark haar stijl toe. De redactie maakt er gretig gebruik van om haar regie-aanwijzingen ook in ondertitels om te zetten. ‘Hier hoor ik stemmen tegen het plafond weerkaatsen, een soort geluidslaag van bedompt gezoem, ik zou stemmen als een ondertiteling groot in het midden zetten, en fietsbel bijvoorbeeld meer aan de zijkant’.
Ik hou ervan om geluiden te horen. Als ik de diepe tonen van de auto’s die over dit viaduct rijden in mijn buik voel, geeft dat een enorme genoegdoening. Iedereen is met elkaar verbonden door geluidsgolven. Die gaan door ieders lijf.
Veel van de film kwam spontaan tot stand. ‘Basically: het is veel mensen die ‘ja’ tegen me zeiden.’ Terwijl ze het project begon te maken, vielen de stukjes op hun plaats. De verhalen kwamen uit de levens van de hoofdpersonen. Een verhaal (Nyke) kwam uit fictie, een ander (Geovanny) uit feiten. Daarnaast kwamen de ondertitels (die je anders dan bij andere films niet uit kan zetten) uit een verlangen om het dove publiek meer zintuiglijk te betrekken. Ze heeft daar in interviews regelmatig over gesproken:
Wat betekent het om te luisteren? En wat als ik dat ontkoppel van het gehoor? Ik weet nog steeds niet wat de antwoord op die vraag is. Misschien dat deze film het antwoord op die vraag is.
Mijn doel, voor zowel doven als niet-doven, is dat je dit moet ondergaan. De film probeert je te laten zien hoe het is om slechthorend te zijn. Als ik ervoor kan zorgen dat het publiek het gaat waarderen, dat ze niet goed begrijpen wat er gebeurt, en dat ze toch blijven zitten, dat is mijn doel. Je raakt gefrustreerd dat je niet weet wat er gebeurt… Daar heb ik het altijd met financiers over gehad.
De film gaat over verlies en verdriet, legt ze uit. De tuba’s die weg waren, maar ook het hoorverlies. Doof publiek gaat ook anders om met geluid, vertelt ze. ‘We zijn aldoor in gedachten over geluid,’ vertelt Alison. Ze gebruikte haar eigen ervaringen als een ‘poëtisch vertrekpunt om niet in een depressie terecht te komen’.
Alison O’Daniel was zelf ook wel verbaasd en verrast door de positieve ontvangst bij het beroemde filmfestival van Sundance. Bij IDFA draaide de film ook.
De ongewone aanpak leverde een mysterieuze film op die je anders moet kijken dan anders. Een film die je bewust maakt van het feit dat iedereen op een andere manier geluiden ervaart. Zeker doven en slechthorenden.
Tevreden over het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie: