Geschiedenis van steden – is dat niet een zak vol los toeval? Niet als je kijkt naar de verhalen die steden gebruiken. Bas Kok beschrijft ze van Amsterdam in het goed leesbare boek ‘Gogme’. Indipendenza interviewde hem en wilde weten: Hoe ontstond het idee om de geschiedenis in narratieven te vertellen?
1538 woorden / 8 minuten leestijd / Thema’s: Amsterdam, geschiedenis, steden, non-fictie / Vorm: kort essay & interview
Een geschiedenisboek van ongeveer 200 bladzijden, die kan ik niet laten liggen, dacht ik bij het Gemeentearchief van Amsterdam toen ik Hoe Amsterdam een wereldstad werd: Gogme zag liggen. Een non-fictieboek uit 2025, uitgegeven met dank aan fondsen die het 750-jarig bestaan van de stad vieren.
Schrijver Bas Kok is geen onbekende van de Amsterdamse geschiedenis. Hij schreef eerder boeken over Amsterdam: Oerknal aan het IJ en Op een dag in Nieuw-West.
Met zijn communicatie- en psychologie-achtergrond heeft hij een iets andere kijk op geschiedenis. Geen opsomming van feiten, maar een focus op de verhalen rondom de groei van zo’n stad.
Het boek is prettig geschreven, bondig en toch pak je de hele geschiedenis mee. En dat is precies wat hij beoogde, legde hij uit in een ander interview:
Ik wil graag een boek toevoegen dat ertussenin zit. Toegankelijk en makkelijk leesbaar, maar ook een complete kroniek zonder dat het meteen een ‘baksteen’ is.
Meer over het boek hieronder. Eerst een kort interview met de schrijver over de aanpak van het boek.

Interview met Bas Kok: Geschiedenis vertellen aan de hand van narratieven
Kun je uitleggen hoe het idee ontstond om de geschiedenis van Amsterdam in ‘narratieven’ te vertellen?
“Een stad is primair een mensending. Als psycholoog vind ik de menselijke hand dan ook boeiend. We bouwen niet alleen met stenen maar ook met legendes, anekdotes en narratieven. In de geschiedenis van Amsterdam zitten veel gaten, en die dichten we moeiteloos.
“Een citaat uit hoofdstuk 7 zegt veel over mijn invalshoek: ‘De narratieve aard van de stad maakt van toevallige omstandigheden graag een rond verhaal, waarin de ene ontwikkeling logisch volgde op de andere. Alsof Amsterdam worden moest zoals het nu is. Voor je het weet is het huidige Amsterdam een einduitkomst in plaats van een tussenfase. In dat ‘eindplaatje’ is Amsterdam-Zuid chic en zijn Nieuw-West en Zuidoost verre buitenwijken aan de buitenzijde van de A10. Noord is in die stad een soort eiland aan de overkant van het IJ.'”
Welk deel van ‘Gogme’ vond je je eigen grootste ontdekking?
“Dat de rivier die we nu Amstel noemen in de jaren voor de Allerheiligenvloed van 1170 waarschijnlijk het Waterlandse Die was. Eén veenstroom die van Zuid naar Noord liep en uitwaterde bij Uitdam.
“Ten tijde van de eerste Amsterdammers – rond het jaar 1150 – was het IJ er nog niet, maar wel die ene veenrivier. Amsterdam heeft daar in latere eeuwen een narratieve draai aan gegeven. De eerste inwoners kwamen vermoedelijk uit Noord, het vroegere Groot Waterland, maar in de geschiedenisboeken komt Amsterdam uit Zuid – het Amstelland.”
Welke geschiedenis van Amsterdam vond je zelf het minst belicht in geschiedenisboeken tot nu toe?
“De 19e eeuw. Dat is het economisch en gezondheidskundig dieptepunt van de stadsgeschiedenis. Maar er is ontzettend veel gebeurd dat tot op de dag van vandaag veel invloed heeft.
“Neem de kanteling van eind 19e eeuw. Amsterdam was meer dan 5 eeuwen met het gezicht naar het IJ gekeerd, de noordkant van de stad dus. De toenmalige zuidkant – de Weteringschans – was de industriële achterkant. Het afvoerputje.
“Maar in een paar decennia, na het bouwen van vele cultuurpaleizen, kantelde de stad het gezicht naar die achterkant. De voorkant aan het IJ werd een industriële achterkant. Dat is een van de meest ingrijpende metamorfoses die de stad onderging, maar in geschiedenisboeken is de kanteling non-existent. In Gogme beschrijf ik die wel uiteraard!”
Zie je in het moderne Amsterdam bewijzen hoe de Gogme-geschiedenis verder gaat?
“Absoluut, het is vanuit het verleden goed te voorspellen. Net als in de middeleeuwen en alle daarop volgende eeuwen verzuchten we dat de stad te vol en te druk is. Dat er geen ruimte meer is. Het woningtekort was in vroeger eeuwen vele malen erger. Maar de ruimte is op, verzuchten we al zes eeuwen.
“Dus gaan we verdichten, zoals nu. Even later zien we dat de stad is omgeven door zeeën van groene weilanden. En gaan we grenzen verleggen.”
De Amsterdamse geschiedenis in zeven eeuwen
Terug naar het boek.
De Amsterdamse geschiedenis is lastig om terug te brengen tot 150 bladzijden, want er is zoveel te vertellen. Toch las ik het met veel plezier, dankzij de aantrekkelijke schrijfstijl, iets waar de geschiedenisboeken vaak niet goed op scoren, volgepakt met feiten als ze zijn.
Interessant is de indeling in (niet-letterlijke) ‘eeuwen’, die belangrijke perioden samenvatten. De ‘katholieke eeuw’ duurt bijvoorbeeld van 1400-1575. De ‘grachtengordeleeuw’ van 1578-1672. De ‘kanteleeuw’ van 1795-1900. Enzovoort.

Het is een slimme, speelse manier van geschiedenis vertellen. Het maakt het makkelijker om perioden te vergelijken. Wat was de succesformule van dit moment? En welke verhalen speelden daarbij een rol?
Een mooi voorbeeld is het beroemde mirakel uit 1275:
De stad werd een bedevaartsoord en stond plotseling op de religieuze wereldkaart. Of dit alleen maar een wonder van buitenaf was, of ook slimheid van binnenuit, kun je je afvragen. Het wonder der religie wierp zich op Amsterdam – of was het misschien ook andersom? De stad met zijn koopmannen en verhalenvertellers kon het Mirakel goed gebruiken – de spirituele cocktail gaf de opkomende handelsstad de wind in de zeilen.
Of hoe Amsterdam zichzelf vervolgens ontwikkelde als handelsstad (hoewel dat soms wel érg ver ging):
Toppunt van een dubieuze moraal was dat Amsterdam zonder scrupules een zeer lucratieve handel met de Spaanse vijand dreef. Het leverde het graan om de Spaanse monden te voeden en ook het hout voor nieuwe oorlogsschepen en Spaanse kanonnen en geweren.
Iets om niet te vergeten is dat steden en niet landen je identiteit betekenden. Verhalen speelden daarbij een hele grote rol. Vaak werden die ingezet als een soort stadsmarketing avant la lettre.
Loyaliteit aan je provincie of trots op Nederlanderschap bestond toen nog niet, je was Amsterdammer of bijvoorbeeld Leidenaar. De stadhouders uit ‘s-Gravenhage en de burgemeesters van Amsterdam balanceerden in een machtsevenwicht. Den Haag was nog niet de hogere macht zoals het Rijk nu.
Een video van OudAmsterdam die grafisch de groei van de stad uitlegt (niet gerelateerd aan het boek):
Een stad in neergang (in drievoud)
Er waren diverse crises waarbij de stad zich moest heruitvinden. De achttiende en negentiende eeuw waren bijvoorbeeld erg moeilijk.
De 18e eeuw liet zien dat de stad niet alleen in staat was te groeien, ze kon ook stagneren of zelfs krimpen. (…) Waar de 17e eeuw een misschien wat dubbele moraal kende, was de 18e eeuw ronduit opportunistisch en bijna principeloos.
En in de 19e eeuw ging het helemaal beroerd met Amsterdam:
Het leek alsof ze was blijven hangen in de echo van de 17e eeuw. De stad had nog altijd de vorm en omgang van de Grachtengordel-eeuw, maar wie goed keek zag dat ze nog geen schim was van haar eerdere zelf. Welbeschouwd leek ze er echt niet meer op.
De stad legde het toen definitief af tegen andere wereldsteden zoals Londen en Parijs:
Niet alleen de gebouwen van de stad waren sleets, ook de mentaliteit had aan geestdrift ingeboet. (…) Terwijl in het buitenland de industriële revolutie al een halve eeuw op stoom was, draaiden de fabrieken rond de Singelgracht nog op ouderwetse windmolens. Er nestelde zich een conservatieve geest in de stad.
De twintigste eeuw was een ander verhaal. Eerst breidde de stad eerst zich driftig uit en daarna werd het ook een toeristenmekka dankzij het imago van superliberale en tolerante stad (ook weer een narratief), wat wel heel anders was dan de stad in de negentiende eeuw.
Eind twintigste eeuw stagneerde Amsterdam opnieuw. Er was een uittocht (iedereen ging naar Purmerend en Almere). De wijken in de binnenstad kregen in de jaren tachtig te maken met verkrotting, leegstand, drugsgebruik en gevechten tussen krakers en ME.
Van zulke tijden naar de hippe stad van nu waar iedereen veel te veel geld betaalt om te kunnen wonen… een wonderlijke transformatie van amper een paar decennia. Het is het proces van gentrificatie dat je in veel grote Europese steden ziet (want de ontwikkeling van Amsterdam is niet altijd heel verschillend van die andere grote steden).
De rol van gogme in de Amsterdamse geschiedenis
De sleutel van het succes van Amsterdam over de eeuwen ligt volgens Bas Kok mogelijk bij het typisch Amsterdamse begrip ‘gogme’. Een Jiddisch woord dat staat voor een combinatie van slim denken en lef hebben, waarmee Amsterdam zichzelf keer op keer heruitvond, en wat Louis van Gaal eiste van zijn voetballers.
Sommigen stellen gogme bijna gelijk aan ‘kapsones’. zo’n ander Amsterdams begrip – maar dat kenmerk is op het kleurenpalet van gogme hooguit een kneepje verf dat wordt bijgemengd.
Het boek heeft een bijlage over het begrip en zelfs een gogme-test, om te kijken hoe je daar zelf op scoort (ik scoorde niet zo goed). De stad Amsterdam slaagde met vlag en wimpel:
Bedreigingen, tegenslagen en natuurrampen die oude steden zouden verlammen, waren voor Amsterdam juist de motor.
Het Amsterdamse ‘gogme’ lijkt de stad iedere keer op het juiste moment weer een zetje in de rug te hebben gegeven. Of was het mazzel? Vermoedelijk een combinatie van de twee.
Gogme is te koop bij de meeste boekhandels of online te bestellen voor € 20,25.