Svetlana Chirkova praat snel, maar dat doet ze gelukkig in prima Engels. Anekdotes tappend loopt ze van het ene Sovjetproduct naar het andere. Sovjettassen, Sovjetauto’s, Sovjetcamera’s. Wat Indipendenza wil weten: hoe zag het leven van een Sovjetdesigner eruit?
2 november 2016 / 1522 woorden / 11,7 minuten leestijd / eerder gepubliceerd in Jegens & Tevens / onderwerpen kunst, design, geschiedenis / vorm: reportage
Chirkova is van het Moscow Design Museum, die deze expositie (‘Rode Welvaart’) in de Kunsthal heeft opgezet, nadat het al in hun eigen museum is vertoond. We volgen haar tijdens haar rondleiding in de Kunsthal en proberen alles te noteren.
1. Vergeet vraag en aanbod, er is een instantie die alles bepaalt
Het vereist wat empathisch vermogen, maar stel je voor dat je een van die designers was. Allereerst heette je niet zo, designer. Esthetisch technicus was je van naam. Glanzende kantoren met espressomachines waren er ook al niet. De meesten werkten anoniem in fabrieken.
En dan de omstandigheden. Je had geen zelfstandige ondernemers, geen vrijemarkteconomie, geen marketing, geen gevoel voor de wensen van de markt. Je had maar een zaak om rekening mee te houden: meerjarenplannen.
In plaats van opdrachtgevers had je te maken met een instantie die alles bepaalde. De VNIITE (All-Union Scientific Research Institute for Technical Aesthetics) ging over design. De instantie werd opgericht in 1964 (en ging ter ziele in 2013).
Soms – niet vaak – had dat systeem voordelen. De Sovjetkoelkast werd in de Sovjet-Unie bijvoorbeeld gemaakt ‘voor het leven’. Gemaakt door Zil – een merk dat mensen misschien kennen als autofabrikant – en beschouwd als een van de beste van zijn tijd.
Net zo vooruitstrevend was het avos’ka-nettasje, dat duizenden Sovjet-Russen bij zich hebben gedragen. Dat betekent ‘voor het geval dat’, een naam bedacht door een Russische komediant. Het netje van gevlochten touw was perfect om bij je te hebben als je ineens tegen een geweldige aanbieding liep – wat in Sovjet-Rusland redelijk zeldzaam was.
In de jaren negentig werden ze vervangen door plastic varianten. Nu het milieu belangrijker wordt probeert men de originele versie met touw weer in te burgeren.
2. Je had als ‘esthetisch technicus’ meer uitdagingen dan een
Het was werken in een systeem vol kommer en kwel. De afhankelijkheid van één organisatie en een totaal inefficiënt economische systeem. Je had geen aanzien en niet al te veel middelen.
Toch was Sovjetdesign zeker niet alleen maar een lachwekkende kopie van westerse ontwerpen. Camera’s waren bijvoorbeeld een van de dingen waar de Sovjet design wel sterk in was.
Een sterk verhaal zit vast aan een model genaamd ‘Photosniper’, een camera met een telelens waar zelfs paparazzi zich voor zouden schamen.
Het verhaal gaat dat er mensen die in de buurt van legerkampen natuurfoto’s wilden maken zijn beschoten. Soldaten dachten dat ze een geweer droegen. Het model werd toen aangepast (een beetje).
Een fraaie anekdote hangt ook aan een fles eau-de-cologne. Schilder Malevich ontwierp in het begin van zijn loopbaan een schets voor een fles. Die zou hij volgens de overlevering hebben laten liggen in een café, waarna een andere designer het ontwerp zou hebben gevonden en het werd uiteindelijk de maat voor de Sovjetparfumflessen, tot aan de jaren negentig aan toe. Nooit bewezen helaas maar voer voor discussies.
Chirkova maant de groep naar de Olympische toorts van de Spelen van 1980, die in Moskou werden gehouden. De productie werd aan Japanners uitbesteed, maar die kwamen aanzetten met een bamboetoorts.
De Russische ingenieurs moesten in allerijl een nieuwe toorts maken die vlamde op basis van gas. Maar die was kleurloos. Een lap gedrenkt in olijfolie gaf eindelijk een roze kleurtje aan de vlam. De stress van deze designers destijds was enorm, legt Chirkova uit, want falen was geen optie.
3. De kwaliteit van de producten wisselde enorm
Sommige producten uit het oostblok hadden een notoir slechte naam, zoals auto’s. Een uitzondering was de Volga GAZ M21.
Stel je een Rolls Royce-achtige auto, eentje waarmee je ook offroad in Siberië de wegen te lijf kunt. Natuurlijk vooral voor apparatsjik. Er is zelfs een Russische film (Watch out for the automobile, 1966) waarin een soort Robin Hood deze auto’s steelt van corrupte officials en de opbrengst verdeelt onder de armen.
En kledingdesign… die bestond eigenlijk niet. Dat werd anders opgelost: een op de vier vrouwen gebruikte stoffen met een design van Vera Sklyarova, een Russische textielontwerpster. Vandaar de populariteit van de beroemde bloemetjesjurk in Sovjet-Rusland. Kledingtijdschriften, naaimachines, stoffen: die werden wel veel geproduceerd.
Muzikanten zullen het moeilijk hebben gehad in een systeem dat niet over de techniek beschikte. Platenspelers waren er wel – maar meestal middelmatig van kwaliteit. Maar die waren nog altijd beter dan de onbespeelbare instrumenten. Zo was er alleen in de Sovjet-Unie de dikke gitaar en basgitaar ineen op de markt (de ‘Oeral’). Te zwaar om vast te houden, te onhandig om twee instrumenten tegelijk te bespelen. Dankzij nota bene de invloed van het leger maakte de productie van radio’s wel een ontwikkeling door.
Als we bij een zwarte telefoon zonder draaischijf staan, legt Chirkova uit dat er telefoons waren die alleen in de Sovjet-Unie bestonden. Je kon alleen gebeld worden door iemand hoog in de Partij. Anderen mochten niet zomaar opnemen, daar waren strenge straffen tegen. Vervelend? Het waren juist statussymbolen. Als je zo’n telefoon in je huishouden had, stelde je wat voor.
De televisie is ook een verhaal apart. De KVN-49 was de eerste betaalbare televisie, en die raakte door zijn afkorting bekend als Kupil, vkluvhil. Ne rabotaet (ik koop hem, ik zet hem aan, hij werkt niet).
Kun je dit de ‘esthetisch technici’ verwijten? Nauwelijks, het economische systeem had te veel beperkingen. De Sovjet-designers wisten wel inventief om te gaan met problemen. Ingenieus was de oplossing om het scherm van de Sovjettelevisie groter te krijgen: een externe, met water gevulde lens werd voor het scherm geplaatst.
Maar er waren ook dingen die daadwerkelijk vernieuwend waren. De opvouwbare bekertjes die je nu koopt bij Bever bleken al massaal in de jaren zestig bij picknicks door Russen gebruikt te zijn. En stofzuigers waren sterk. Ze werden gemaakt in een fabriek die gespecialiseerd was in luchtvaartapparatuur en wapens. In de jaren zestig werd op basis van ruimtevaartdesign de ‘Saturnus’ bedacht: een perfect ronde stofzuiger met een ronde ring eromheen (niet het model hieronder).
En soms speelt toeval ook een rol. Lomo-fotografie is zelfs een wereldwijd begrip geworden. De foto’s van de LOMO LC-A, die de tegenhanger moesten worden van Japanse pocketcamera’s, waren vaag en overkleurd. Maar sommige mensen zagen daar juist iets in. De herontdekking in 1992 was het begin van een wereldwijde beweging, van mensen die geloofden ‘in het wilde weg’ schieten met die vreemde, kleurrijke, soepele camera. Meer op de site van lomography.
Er werd veel ontworpen maar lang niet alles kwam in productie. Een magnetron in de Sovjet-Unie? Ja hoor, die was er al wel. Hipmodieuze kartonnen meubels? Die maakten ze al in 1975. Maar in productie? Dat niet.
4. Je kon in weinig producten je fantasie kwijt
Waar de Russische design echt beroemd mee werd, vertelt Chirkova, was kinderspeelgoed. Bij ons niet bepaald iets waar je als ontwerper ‘naam’ mee kan maken.
Maar de rode designers konden nauwelijks ergens hun fantasie in kwijt en grepen graag hun kans om dat speelgoed te ontwerpen. De beste designers hebben dat gedaan. Veel van dit speelgoed was gemaakt op basis van tekenfilms voor kinderen. Op Youtube staan veel voorbeelden.
5. De erfenis is niet groot maar design is nu springlevend in Rusland
De rondleiding is voorbij maar design staat niet stil in Rusland. Volgens Svetlana Chirkova is er sprake van een nieuwe generatie die zijn eigen plan trekt en zich laat inspireren door de hele wereld.
Een voorbeeld is dit ontwerp van de Moskouse metrokaart. Deze nieuwe designstudio was niet tevreden met de bestaande map en heeft er zelf een ter download aangeboden.
En er zijn nog steeds chocoladerepen en melkpakken die in dezelfde verpakkingen als tachtig jaar geleden in de winkels liggen. Het design van de melk werd in de jaren dertig ontworpen met constructivistische letters en art déco elementen.
Terug naar de beginvraag: wat was nu het leven van een Sovjet-designer in die tijd? Wie kan dat beter beantwoorden dan een designer uit die tijd? De beste designers uit die tijd zijn geinterviewd voor de expositie, zoals Yuri Soloviev, Valeri Akopov, Vladimir Runge, Igor Zaitsev, Svetlana Mirzoyan en Alexander Yermolayev.
De interviews staan op Youtube maar… zijn helaas niet ondertiteld. Dus wie het echt graag wil weten, moet even een cursus Russisch doen. Hopelijk is dat dan wel een mooi vormgegeven cursus.
Met dank aan de medewerking van Svetlana Chirkova en de crew van het Moscow Design Museum.
Tevreden met het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie: