Brigid Brophy: liefde voor dieren en geestigheid

Indipendenza geeft om de maand aandacht aan bijzondere literatuur die in het Nederlandse taalgebied is uitgegeven. Deze keer: De aap van Hackenfeller van Brigid Brophy (Uitgeverij Contact, 1967).

1504 woorden / 8 minuten leestijd / Thema’s: Literatuur, Humor, Biologie / Foto header via Wikimedia Commons

Wie was Brigid Brophy?

Brigid Brophy werd geboren in 1929 in Londen. Ze was de dochter van John Brophy, zelf schrijver. Ze werd gemotiveerd om ook te gaan schrijven en debuteerde vrij jong met de verhalenbundel Crown Princess. Niet veel later volgde De aap van Hackenfeller, haar eerste echte roman, in 1953, toen ze dus pas vierentwintig was. Ze zou zeven romans schrijven.

Ze trouwde met Michael Levey (die directeur zou worden van de National Gallery). Maar ze wezen de standaard monogame relatie af. Brophy had diverse amoureuze relaties met vrouwen, waaronder de schrijfster Iris Murdoch.

Met Levey en nog een schrijver schreef ze het provocerende Fifty Works of English and American Literature We Could Do Without. Dat deden ze in 1967 en ze vielen veel schrijvers aan en beroemde werken als Hamlet en Huckleberry Finn. Haar literaire held was de veel minder bekende Ronald Firbank, een experimentele schrijver van begin twintigste eeuw die slechts veertig jaar oud werd.

Ze schreef nog diverse romans, hoewel ook niet heel veel (zeven in totaal), waaronder de romans The King of A Rainy Country (1956, enigszins autobiografisch), Flesh (1962, over seksualiteit), The Finishing Touch (1963) en The Snow Ball (1967), dat ze zelf haar beste boek vond, waar het vooral gaat om verleiding en de lichtvoetige gesprekken die daarvoor nodig zijn. Ook zou ze nog toneelstukken schrijven. Ze wilde nooit saai schrijven, maar entertainend.

Ze werd misschien wel bekender met haar non-fictie, waaronder essays, biografieën, journalistieke stukken en romanrecensies. Haar favoriete onderwerpen: dierenrechten, psychologie (met name de psychoanalyse), seksualiteit en literatuur.

Met name seksualiteit had haar interesse. De schrijver en publicist Jonathan Gibbs vergeleek haar interesse in seks in vergelijking met Iris Murdoch, Kingsley Amis, Markies de Sade, D.H. Lawrence en Henry Miller:

Ze was ‘geïnteresseerd in pervers, transgressief en afwijkend seksueel gedrag’, maar in tegenstelling tot haar leeftijdsgenoot was ze ‘ook geïnteresseerd in de erotiek van seks in zijn meer conventionele vorm’.

Brophy uitte uitgesproken meningen op televisie. Er is niet veel van te vinden, behalve korte stukje uit Jonathan King’s tv-show. Brophy zie je na ongeveer een minuut en zegt dat ze de toenmalige dichter Cecil Day-Lewis als haar ideale echtgenoot ziet, vanwege zijn ‘pure sexiness’.

Ze werd bekend vanwege haar gepassioneerde inzet voor dierenrechten, wat in die tijd nog niet zo gewoon was om te doen als nu. Dit video-essay op YouTube gaat daar wat dieper op in.

Haar gezondheid ging achteruit. Ze ging steeds slechter lopen, verhuisde naar een verzorgingstehuis en overleed uiteindelijk in 1995.

Waar gaat De aap van Hackenfeller over?

In De aap van Hackenfeller observeert de biologieprofessor Darrelhyde twee apen. Een is Percy en de ander Edwina. Edwina wil graag seks, zo ziet Darrelhyde, maar Percy kan het niet bieden.

Het zijn Hackenfeller-apen, die lijken op een kruising tussen een chimpansee en een gorilla. Ooit ontdekt door een Nederlandse avonturier (de Hackenfeller van de titel) werden ze gekoesterd omdat ze als soort het dichtste bij de mens zouden staan. Professor Darrelhyde is een groot fan en voelt veel liefde voor de dieren.

Op een dag krijgt de professor te horen dat Percy in een raket de ruimte in zal worden geschoten – juist omdat hij een Hackenfeller-aap is. Ook al probeert hij iedereen te overtuigen dat een dier ook een levend wezen is, alles mislukt. Een zegen voor de wetenschap, minder voor Percy, die vooral angsten zal uitstaan, en de trip niet zal overleven.

De professor kan het niet aanzien. Hij ontmoet de dievegge Gloria en overtuigt haar hem te helpen door de kooi te openen. Percy ontsnapt. Maar niet ver. Hij blijft zitten op de daken van de dierentuin. Door de vrijheid blijkt hij opeens wel in staat om Edwina te geven wat ze wilt. Ondertussen heeft Gloria ook behoefte aan intimiteit.

Het is een wat ander boek dan de meer bekendere titels van Brophy: De Finishing Touch en Onder de huid. Toch zitten er veel Brophy-onderwerpen in: dierenliefde, seksualiteit, eigengereide karakters. Het is ook tamelijk droog en absurdistisch geschreven. Het deed mij wat denken aan Evelyn Waughs schrijfstijl, vooral van The Loved One. En het is dan grappig om te lezen dat hij een van de schrijvers was die haar vader haar stimuleerde om te gaan lezen.

Ik vond het bij tijd en wijlen geestig boek, aantrekkelijk bondig (iets meer dan 100 bladzijden) en een origineel onderwerp dat ik zelf alleen van de komische tv-serie The Mighty Boosh ken: de dierentuin. De gesprekken tussen de professor en Gloria vond ik zelf erg vermakelijk.

Wat is er zo bijzonder aan de stijl van het boek?

De aap van Hackenfeller heeft een zachte, vriendelijke schrijfstijl. Het heeft veel lichtkomische momenten. Ik genoot vooral van sommige dialogen, zoals deze tussen de professor en de man die Percy wil meenemen, Kendrick:

– Wat bedoelt u met Percy gaat weg? Waar gaat hij heen? Wie neemt hem mee?
– Percy is geroepen tot een hogere bestemming.
– Geroepen?
– Gecommandeerd als u dat liever wilt. Bevrijd.
(…)
– U bedoelt toch niet dat u hem vrij gaat laten, wel?
– Nee, nee. Dat is maar bij wijze van spreken.
– Betekent dat ‘in de wacht slepen’?
– Wel zowat. In de wacht slepen, ermee vandoor gaan.
– En wie gaat er dan met Percy vandoor?
– Dat bedrijf waar ik bij ben.
De professor zweeg een ogenblik en toen vroeg hij: ‘En van wie heeft uw ‘bedrijf’ dan wel toestemming om Percy mee te nemen?’ Hij voelde zelf dat zijn vraag iets belachelijks kreeg door de quasi-waardigheid van de naam van het dier.
– De machthebbers, antwoordde Kendrick. Hoogste prioriteit, om zo te zeggen.
– Wat?
– Het hele plan. Uw Percy is een V.I.P.
– Waar hebt u hem voor nodig?
– Een raket.
– Heeft u hem als raket nodig?
– Hij gaat naar boven in een raket.

Ik hou ook wel van deze simpeler, beschrijvende zinnen:

Er stonden drie bureaus vlak bij elkaar en op elk ervan stond een schrijfmachine. Van tijd tot tijd kwam er een man of vrouw om de hoek kijken. Een enkele kwam binnen en zocht naar het een of ander in de laden van de bureaus. Zij groetten de professor zonder te vragen wie hij was en gingen weer weg.

Ook amusant is dit gesprek tussen een journalist en de professor:

-Dus u wilt er niets over publiceren?
– Nee. En nu ik er over nadenk, de ruimtevlucht kunnen we toch niet gaan tegenwerken. We hebben iedere zaterdag een ruimtevaarthoekje.
– Werkelijk?
– Voor de kinderen. Dat doet ze minder kwaad dan die sadistische strips.
De professor had een ogenblik nodig om zijn hoop te laten varen en nog een om in te zien dat men verwachtte dat hij weg zou gaan.
– Ik vrees dat ik veel tijd van u in beslag genomen heb. Voor niets.
– Dat geeft niet. De helft van deze baan bestaat uit het opschrijven van dingen die nooit gedrukt worden.
Toen het niet langer om zijn baantje ging, werd de verslaggever een mens.

De professor slaat ook nog eens de spijker op zijn kop met deze uitspraak over de homo sapiens:

– Homo sapiens, zei hij, is de verkeerde weg ingeslagen. Dat heeft hij gedaan ergens bij de aanvang van de geschiedenis, op het moment toen hij tot de ontdekking kwam, dat doden – de professor vond zijn adjectief wetenschappelijk juist moest zijn – deftiger was dan ploegen.

Ook mooi vond ik dit stukje waarin helemaal geen mens in voorkomt:

Het papegaaienhuis was op slot, maar door het glazen paneel van de deur kon Percy vaag in het aanlicht de kaleidoscoop van donzige kleuren onderscheiden. Hij hield zijn mond voor het sleutelgat en wauwelde wat. Een ara sprong op zijn tak en krijste. Dat gekrijs maakte de vogel naast hem aan de gang en de reactie ging van kooi tot kooi en van zitstok tot zitstok het hele huis door tot alle vogel wakker waren, kasten en stemden en ten slotte weer hun verstand bij elkaar kregen en zich fladderend neerlieten. Zij stelden hun schrille concert uit tot de volgende dag.

Ik blijf het zeggen: ik heb liever een boek van honderd bladzijden waar je rijkelijk uit kunt citeren, dan een veel dikker boek waar je naar de parels moet zoeken. Jammer genoeg is de literaire ontwikkeling van onze tijd anders dan die van de tijd van Brigid Brophy.

Gelukkig zijn er de oudere boeken om nog van te genieten. En als je dit boek oppakt, neem dan ook de tijd voor The Loved One van Evelyn Waugh, een van mijn lievelingsboeken.

Tevreden met het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie:

Meer luisteren, lezen of kijken