Will Cuppy: de vrolijke geschiedschrijver

Indipendenza geeft om de maand aandacht aan bijzondere literatuur die in het Nederlandse taalgebied is uitgegeven. Deze keer: Will Cuppy. Het boek: ‘Verval en ondergang van bijna iedereen’ (Bert Bakker, 2005).

1 augustus 2017 / 1253 woorden / 9,6 minuten leestijd / thema’s: geschiedenis en literatuur

Wie was Will Cuppy en waarom lag zijn boek op de tafel van Eisenhower?

Er lag een boek op president Eisenhowers verder smetteloze bureautje. Eén boek. Dat moest dan wel een bijzonder belangwekkend boek zijn, oordeelden de bezoekers van het Navo-hoofdkwartier in 1950. Ze keken van dichtbij en zagen Will Cuppy’s The decline and fall of practically everybody liggen.

Will Cuppy hield niet zo van mensen. In 1921 was hij de drukte van Manhattan zo zat, dat hij verkaste naar hutje op Jones Island, een eiland van Long Island. Acht jaar leefde hij daar als kluizenaar. De Zachs Inlet Coast Guard Station hielp hem met voedsel en afspraken in de stad. Het kalme eiland veranderde eerst in een vakantieparadijs en natuurpark maar hij had speciale dispensatie. Zijn ervaringen beschreef hij in het boek How to live like a hermit.

In 1929 verhuisde hij terug naar New York, Greenwich Village. Daar leefde hij verder als kluizenaar, ‘literair figuur’, overdag slapend, ’s nachts werkend. Af en toe terug naar de hut op zoek naar nog meer eenzaamheid. Hij probeerde lezingen te geven (te zenuwachtig) en aan een radioprogramma mee te werken (te impopulair). Hij schreef diverse artikelen voor diverse bladen, die weer materiaal voor boeken opleverden.

De mondiale crisis zat groot succes in de weg. Zo was hij er ook zeker van dat er een ‘Haat Will Cuppy Beweging’ bestond, die, op het moment van verschijnen van zijn boek, opzettelijk een beurskrach creëerde.

En dan was er nog zijn misdaadromancriticus alter ego Oswald Terwilliger. Die stukjes verschenen in een column in de New York Herald Tribune. Cuppy zou meer dan 4,000 romans hebben gerecenseerd. Terwilliger was het brood op de plank voor de meer ambitieuze persoon Will Cuppy, die boeken voor de eeuwigheid wilde schrijven.

Zo leefde hij nog een tijd in Greenwich Village, tot hij, toen hij in 1949 nogmaals gedwongen moest verhuizen, een eind aan zijn leven maakte. Hij hield niet zo van verhuizen.

Wat is er zo bijzonder aan dit boek?

Hij was in zijn tijd redelijk beroemd als schrijver van luchtige stukjes over talloze onderwerpen – onder andere P.G. Wodehouse was dol op wat hij maakte. Maar hij was eigenzinnig en dat was toen ook al lastig. Zo zag The New York Post zich gedwongen om hem te ontslaan omdat zijn interesses nu eenmaal niet strookten met de passies (filmsterren, racepaarden) van het lezerspubliek. Hij schreef liever over Saturnus en Victor Hugo dan over Zsa Zsa Gabor.

Aan dit boek heeft hij zestien jaar gewerkt. Telkens weer pakte hij het op, herschreef hij passages, legde het weer weg. Bij zijn dood was het nog niet af maar zijn beste vriend en redacteur Fred Feldkamp heeft de eindjes aan elkaar geknoopt. Het boek werd een groot succes in de VS en stond vier maanden in de bestsellerslijst van The New York Times.

Cuppy had een norm die iedereen eigenlijk zou moeten toepassen: eerst alles over een onderwerp lezen voor je er iets over schrijft. Zo kon hij zo vijfentwintig dikke pillen lezen voor hij een woord opschreef, zo vertelde Feldkamp na zijn overlijden.

Zijn er voorbeelden van de stijl?

Je leest een paar bladzijden en beseft meteen hoe anders dit boek is dan een gemiddeld geschiedenisboek. In de eerste plaats is het namelijk grandioos entertainment. Welk geschiedenisboek krijgt dat voor elkaar – van dorre feiten een geestig verhaal maken?

‘Cimon (…) was populair geworden omdat hij de beenderen van Theseus, die de Minotaurus had gedood, van het eiland Sciros naar Athene had gebracht. Aangezien Theseus een mythe was, kon hij nauwelijks beenderen hebben gehad. Evengoed bracht Cimon ze naar Athene.’

‘[Alexander] kreeg algauw genoeg van het opdringen van de Griekse cultuur aan de Perzen en probeerde Perzische cultuur op te dringen aan de Grieken.’

‘Lodewijk XIV was zeer zeker dé Lodewijk. (…) Zijn hobby’s waren onder meer vrouwen, het binnenvallen van de Lage Landen, het annexeren van Elzas en Lotharingen, het afstaan van Elzas en Lotharingen en de herroeping van het edict van Nantes.’

‘Hannibal was geen geschenk voor de dames. Sommige mensen zeggen dat hij een vrouw had in Spanje. Als dat zo was, is ze in al het rumoer zoekgeraakt en heeft niemand haar plaats ingenomen.’

‘Als er een ding was dat hij [Karel de Grote] enig vond, en dat was er, dan was het huwelijksreizen.’

‘Ten slotte ontwikkelde ze [Koningin Elizabeth] de slechte gewoonte om haar partners om de oren te slaan onder het schreeuwen van: ‘Potverdomme, ik laat je onthoofden!’ Haar wat gevoeliger partners hadden hier moeite mee.’

‘Lezers die het gevoel hebben dat het sociale leven van vandaag de dag nogal veeleisend is, moeten bedenken dat ze tenminste niet om halfacht hun bed uit moeten om te zien hoe Lodewijk XIV zijn broek aantrekt.’

Het is niet zomaar grappig. Want, daar stond Cuppy op, zijn alle feiten waar, zoals dat Alexander de Grote als kind (per ongeluk?) een astronoom vermoordde, Nero de maand april in Neroneus veranderde, Filips II van vogels hield, Peter de Grote een kroonluchter van walrustanden maakte.

Historici worstelen in hun werken vaak met het feit dat ze hun mening niet willen geven. Bij Cuppy zal je zoiets niet zien. Die mening is overal aanwezig. Als hij iemand misdadig vond, zal hij dat niet nalaten te melden.

‘Hij [Attila de Hun] was gewoon een foeilelijke kleine man die op een pony rondreed.’

‘Peter [de Grote] is vooral beroemd om het verslaan van Karel XII en het doden van enorme aantallen Zweden.’

‘Ze wilden dat alle Fransen vrij en gelijk en gelukkig waren, en probeerden dat te bereiken door er zoveel mogelijk te onthoofden.’

Geschiedenis blijkt in veel gevallen niet zo te zijn als we wel denken. Daarmee heeft het boek veel verwantschap met de tv-serie over de middeleeuwen van Terry Jones, die mythes over die tijd onderuit haalt. De mythes van gifmengster Lucrezia Borgia worden hier bijvoorbeeld ontkracht, net als de slechtheid van Nero en de grootsheid van mannen die nota bene allemaal de Grote worden genoemd, Alexander, Frederik, Peter.

‘Hij wordt Alexander de Grote genoemd omdat hij meer mensen van meer verschillende nationaliteiten heeft gedood dan wie dan ook van zijn tijd.’

Zijn er meer boeken van Will Cuppy?

Will Cuppy was boven alles een zeldzaam goede schrijver. Hij wist dat hij alleen met goed schrappen tot een mooi resultaat kwam. In twee bladzijden krijg je Alexander de Grotes leven geschetst en toch heb je als lezer het idee dat je meer weet dan na het lezen van een dikke biografie. Er zijn zelfs noten bij de stukjes maar niet zoals je ze gewend bent (‘2. Zo zie je maar weer eens wat er kan gebeuren.’). Toch las Cuppy minstens net zoveel boeken als de historici die honderden serieuze bladzijden nodig hadden om uit te leggen wat ze bedoelden.

Dit boek van Cuppy is een jaar of tien geleden eindelijk vertaald. Maar er ligt nog veel meer. Een literaire/historische/journalistieke goudmijn. Misschien kunnen we de uitgevers wakker schudden en vragen om meer! How to become extinct! How to be a hermit! How to attract a wombat! Nu, voordat we helemaal geen boeken meer uitgeven!

Misschien is zijn manier van schrijven niet ieder z’n smaak, en zijn ook niet alle grapjes even geslaagd. Het is toch wel zonde dat we nog niet struikelen over de Will Cuppy-pleinen en Will Cuppy-lanen, om te laten zien dat de Haat Will Cuppy Beweging het uiteindelijk niet heeft gered. Een goede eerste stap is dat er wel al een asteroïde naar hem is genoemd (15017 Cuppy) die ver van alle mensen vandaan rustig door de ruimte kan glijden.

Tevreden met het artikel? Steun het werk van Indipendenza met een kopje koffie:

Meer lezen of kijken