Longreads over cultuur - elke maand een nieuwe longread
Andrej Amalrik: eigenwijze student

Andrej Amalrik: eigenwijze student

Indipendenza geeft om de maand aandacht aan bijzondere literatuur die in het Nederlandse taalgebied is uitgegeven. Deze keer: Niet begeerde reis naar Siberië van Andrej Amalrik (Van Oorschot, 1970).

1 december 2022 / 3115 woorden / 23,5 minuten leestijd / thema’s: literatuur, verbanning, communisme, Sovjet-Unie

Wie was André Amalrik en hoe kwam hij in Siberië terecht?

Schrijvers in de Sovjet-Unie hadden het nooit makkelijk. Als ze eigenwijs waren en niet mee wilden doen aan machtsspelletjes – dus hun integriteit wilden bewaren – dan kon het al snel uitlopen op een verbanning.

Vladimir Vojnovitsj heeft hier een paar geweldige satirische boeken over geschreven. Die beschrijven hoe op klein niveau deze dingen ook een rol speelden, bijvoorbeeld in het al dan niet krijgen van een huis in de jaren zestig (Iwankiade). Vaak emigreerden zulke schrijvers naar het buitenland. Dat was al ten tijden van Alexander Herzen zo, die in de negentiende eeuw naar Irtalië, Parijs, Zwitserland en Londen ging. En dus ook Vojnovitsj vertrok (na een vergifiting: Incident in Hotel Metropool) naar Munchen. Deze schrijvers hadden dan nog geluk: die hoefden niet eerst een straf te ondergaan.

Amalrik was duidelijk uit hetzelfde hout gesneden: de overheid had geen grip op zijn onafhankelijke geest. Door een bizar incident (zie hieronder) kreeg hij via een rechtszaak de straf om een paar jaar in Siberië te vertoeven. Niet begeerde reis naar Siberië heet dit boek dan ook. Voor een schrijver uit Moskou natuurlijk een verschrikkelijke straf. Siberië is niet bepaald om de hoek, het is een compleet andere wereld en als schrijver moet je ineens zwaar werk verrichten.

Hoe is Amalrik bekend geworden en wat is de rol van Karel van het Reve daarbij?

Amalrik was maar gewoon een student Geschiedenis van de universiteit van Moskou. Getalenteerd maar erg eigenwijs. Zijn levensverhaal verandert plotsklaps als hij na ene provocerende scriptie wordt verwijderd van de universiteit. Hij had allerlei baantjes en zocht zijn heil in de literatuur en kunst. Na een al eerder incident (hij werd op basis van zijn toneelstukken beschuldigd van pornografie) was hij al bijna de gevangenis ingegaan. Na een ander incidentje (lees daar later meer over) werd hij verbannen naar Siberië vanwege ‘leegloperij’. Daar verbleef hij twee jaar.

Hierna ging hij aan de slag als journalist en schreef hij twee boeken: Niet begeerde reis naar Siberië en het pamflet Haalt de Sovjet-Unie 1984? Beide werden in 1970 in het westen uitgegeven. De publicist en broer van Gerard Reve, Karel van het Reve, hielp mee met het in het westen krijgen van de manuscripten. Van het Reve verbleef een tijdje als journalist in Moskou en leerde toen ook veel schrijvers kennen, die hij waar mogelijk hielp (zoals meer deden) met hun manuscripten naar het westen te krijgen.

Amalriks titel was provocerend bedoeld. Hij wilde heus niet als een soort Nostradamus de geschiedenis ingaan. Het is ook een vrij serieus en ingewikkeld boek over geopolitieke zaken. Toch bleek het redelijk profetisch te zijn geweest toen de Sovjet-Unie daadwerkelijk in elkaar stortte in 1991. (Leer meer hierover in dit artikel van Instituut Clingendael. Een zin uit het boekje is toch wel zo mooi profetisch om te negeren: “Waarschijnlijk zal de hereniging van Duitsland samenvallen met het proces van ‘desowjetisering’ der Oosteuropese landen en dit proces aanzienlijk versnellen.” Hij schreef dit dus in 1969.)

In juni 1990 schreef Karel van het Reve onderstaande in een stuk voor het Hollands Maandblad:

In april 1990 heeft het Moskouse weekblad Ogonjok een gedeelte gepubliceerd uit Amalriks ‘Haalt de Sovjet-Unie 1984?’ Ik moest toen denken, onder meer, aan de twee mensen die de tekst van dat opstel destijds uit Rusland hebben gesmokkeld. Ik heb, sinds 1969, die namen nooit genoemd. Ook nu ben ik niet geneigd die namen te noemen, hoewel het noemen van die namen voor de betrokkenen zo te zien generlei onaangename gevolgen kan hebben. Maar je kunt nooit weten. Dat is een groot verschil met 1945: na de ineenstorting van het duizendjarig rijk kon je de namen van mensen die gevaarlijke manuscripten hadden vervoerd vrijelijk noemen.

Niettemin, de publicatie alleen al van Amalriks opstel in een legaal verschijnend Moskous weekblad wijst op de ineenstorting van het bewind. En de vraag die zich daarbij voordoet is: hoe is dat zo gekomen? Dat sovjetbewind zag er zeer degelijk uit. De levensduur ervan werd niet in decennia gemeten, maar in eeuwen.

Ik herinner me een gesprek, dat de literatuurhistoricus Ivanov-Razoemnik in Tsarskoje Selo, in de jaren twintig, voerde met de schrijver en dichter Fjodor Sologoeb. Sologoeb was zeer pessimistisch en vroeg aan Ivanov-Razoemnik hoe lang hij dacht dat de communisten nog aan het bewind zouden blijven. Ivanov antwoordde dat Rusland driehonderd jaar door de tartaren geregeerd was, en driehonderd jaar door de Romanovs, en dat de communisten ook wel driehonderd jaar aan het bewind konden blijven. Sologoeb was over die uitspraak zeer verontwaardigd. Hoe kon Ivanov zoiets zeggen! Toen vroeg Ivanov aan Sologoeb hoe lang hij dan wel dacht dat het sovjetbewind zou blijven bestaan. Sologoeb dacht een tijdje na en zei toen: tweehonderd jaar.

Lang niet alles klopte aan de voorspellingen natuurlijk. Zo voorspelde hij een oorlog met China die er nooit kwam. Daarnaast had hij vooral 1984 genomen omdat iemand hem herinnerde aan het boek van George Orwell (zijn oorspronkelijke jaartal was 1980). Dat legt hij overigens ook uit in het pamflet. Gevoel voor marketing zat hem dus ook niet in de weg. Nog steeds waren maar weinig schrijvers en denkers ervan overtuigd dat de Sovjet-Unie nog maar zo kort te leven zou hebben.

Zoals bijvoorbeeld een schrijver nog in 1971 schreef:

Een gevoel van doffe berusting overvalt me wanneer ik ruim honderd jaar nadat de ondergang van Rusland als onafwendbaar wordt afgeschilderd lees dat Amalrik zich in deze tijd afvraagt of de Sowjet-Unie 1984 zal halen. Natuurlijk haalt de Sowjet-Unie 1984, zoals ook de hongersnood aan het begin van de jaren twintig werd doorstaan, de zuiveringen van de dertiger jaren door het systeem zijn overleefd (…).

Amalrik schreef zelf:

Ik wil onderstrepen dat mijn artikel niet gebaseerd is op wat voor onderzoekingen ook, maar slechts op waarnemingen en overpeinzingen. Zo bezien kan het vrijblijvend gepraat schijnen, maar dat is – in elk geval voor de westelijke sowjetologen – op zichzelf al interessant genoeg, zoals het voor een ichtyoloog interessant zou zijn als plotseling een vis begon te spreken.

Amalrik kreeg best wat aandacht vanwege zijn pamflet. De journalist Nico Scheepmaker deed in 1973 een dubbelinterview met Cruijf en Amalrik in Vrij Nederland. Deze foto bij het artikel werd niet echt gewaardeerd. Helaas is dat interview online niet meer terug te vinden, maar wel wat Scheepmaker er zelf over zei:

‘Sommige mensen waren met dat dubbelportret niet zo gelukkig. Ja, als je zegt: Cruyff zit met drie miljoen in Spanje en Amalrik zit met een hersenvliesontsteking in een kamp dan zijn dat natuurlijk onvergelijkbare grootheden. Maar nu is het punt dit: ik tik een stuk over Amalrik, draai een nieuw vel in mijn machine en schrijf een stuk over Cruyff. […] Het geeft de twee polen weer waartussen ik me nu eenmaal beweeg.’

Waar gaat Niet begeerde reis naar Siberië over?

In 1965 werd Amalrik – maar net student-af – gearresteerd en kreeg van de rechtbank straf voor ‘leegloperij’. Hij werd naar een boerendorp in de buurt van de stad Tomsk verbannen. In 1966 kon hij na inzet van zijn advocaat terugkeren naar Moskou. In 1970 werd hij opnieuw verbannen vanwege ‘staatsondermijnende activiteiten’, oftewel het schrijven van de twee eerder genoemde boeken.

Oké, maar wat was nou precies de aanleiding voor Amalrik toen hij de eerste keer verbannen was? Eigenlijk kan Amalrik dat zelf het beste vertellen. Op de website van DBNL lees je het eerste hoofdstuk van het boek. Daarin beschrijft Amalrik hoe een (mogelijk) interview met het Amerikaanse blad Newsweek hem een enkele reis Siberië opleverde. Een diplomaat wilde een schilder spreken (Zverev) maar in plaats daarvan was er een andere schilder aanwezig, die vertelde dat Zverev geopereerd moest worden. Dan zou Amalrik maar geïnterviewd worden over Zverev.

Terwijl Korengold de schilderijen bekeek die in mijn kamer hingen hoorde ik mijn buurvrouw, die bij de militie werkte, met iemand telefoneren. Dat trok mijn aandacht omdat zij bijna fluisterend sprak, terwijl ze anders door het hele huis schreeuwde en me stoorde bij mijn werk.

Op het moment dat ze het interview gaan doen, wandelen er vier verschillende personen van de militie binnen. Amalrik vindt zelf dat er niets schuldigs is aan buitenlandse mensen ontvangen en een interview maken, maar daar denken de binnenlopers anders over:

– Zijn dat de schilderijen die u aan buitenlanders verkoopt? vroeg de eerste luitenant vriendelijk.
– Ik verkoop helemaal geen schilderijen, antwoordde ik.
– Konden zij dan niet ergens anders schilderijen bekijken?
– Ze zijn blijkbaar in mijn collectie geïnteresseerd, zei ik, en om een beetje op te scheppen voegde ik er aan toe: er zijn in Moskou maar een paar mensen die schilderijen verzamelen, en onder hen ben ik goed bekend.
(…)
– Heeft u een bevel tot inhechtenisneming? vroeg ik.
– Waar is dat bevel voor nodig? zei hij. We nodigen je alleen maar uit voor een onderhoud.
– Zonder bevel ga ik niet, zei ik.
– Je gaat wél.
– U kunt me met geweld meenemen als u wilt, zei ik, maar vrijwillig ga ik niet mee.
– Onderwerp je je als sovjetmens niet aan de sovjetmacht?
– Natuurlijk onderwerp ik me aan de sovjetmacht, maar niet aan u, antwoordde ik.

Niet veel later zit Amalrik koeien te herden en telefoonpalen te stutten in Siberië. De situatie met de diplomaat en schilder zijn natuurlijk alleen maar een aanleiding geweest om deze lastige schrijver tijdelijk weg te werken.

Amalrik gaat spaarzaam om met het noteren van zijn gevoelens. Ook al heeft hij hartklachten, moet hij zijn vriendin laten gaan, sterft zijn vader, heeft hij amper eten en geld… allemaal een recept voor een enorm depressie. Toch blijft hij nieuwsgierig naar de wereld waarin hij terecht is gekomen, die ook weer bizar blijkt te zijn. Dat levert een sterk boek op dat voor uiteenlopende doelgroepen interessant kan zijn.

Het werk kan bijvoorbeeld voor sociologen interessant zijn. Wat gebeurt er als een stadse schrijver in het boerenlandleven terechtkomt? Het is een schok die wij ons in Nederland nauwelijks kunnen voorstellen.

Andrej en Guzel Amalrik in 1976 tijdens een persconferentie op Schiphol, toen ze hier aankwamen na de gedwongen emigratie (foto van Haags Gemeentearchief via Wikicommons)

Ook voor studenten politicologie is het interessant. Hoe ga je als overheid om met eigenzinnige mensen en andersom? Zelf beseft Amalrik, als hij een dwarse koe moet herden, wat een lastpost hij moet zijn in de ogen van de overheid. Meningen zijn niet altijd welgevallig maar in een democratie horen ze erbij: je moet ze zelfs koesteren.

En het is een psychologisch boek. Mensen verliezen om een of andere reden hun baan, komen niet aan de bak, raken depressief. En in plaats van het zoeken van een oplossing voor hun trieste situatie, worden ze als leeglopers naar Siberië gestuurd. Daarvan gaan ze (meer) drinken en worden ze werkelijk leeglopers, waardoor het systeem in stand blijft.

En het gaat over rechtspraak. Wat was die leegloperij toch? Laat Amalrik dat zelf uitleggen:

Alle ‘leeglopers’ die ik onderweg en later in Siberië gezien heb, kunnen ongeveer in vier groepen verdeeld worden. De eerste, grootste groep vormen de ‘leeglopers’-dronkaards. Hiertoe behoorden zowel mensen, die vast werk hebben gehad, maar later als gevolg van bepaalde omstandigheden aan de drank raakten, vaak hun werk verzuimen en ontslagen worden, zoals bv: een jonge chauffeur uit Leningrad, die zich bedronk toen zijn moeder gestorven was, vier dagen dronk, ontslagen werd en een maand rondzwierf zonder werk totdat hij gearresteerd werd, alsook chronische alcoholisten, die systematisch drinken en eenvoudig niet meer kunnen werken maar behandeling nodig hebben. In hun verbanningsoord gaan ze natuurlijk nog meer drinken. (…)

Tot de tweede, kleinere groep, horen de ‘leeglopers’-vaklieden, dat wil zeggen in werkelijkheid helemaal geen leeglopers, maar juist echte harde werkers, timmerlieden, kachelbouwers, en zo verder, die op de vrije markt hebben gewerkt en op bepaalde tijd geen officieel werk hebben gehad. (…)

Tot de derde groep behoren de ‘leeglopers’-criminelen, dat wil zeggen criminelen, die de militie al een tijd in de gaten heeft, en die zij, omdat zij hen geen misdrijf kan aanwrijven, officieel tot ‘leegloper’ verklaart. (…)

En tot de vierde ten slotte behoren zij die niet passen in een van de vorige: sectariërs, intellectuelen, en ook volstrekt toevallige mensen, van wie niet bekend is hoe en waarom zij gepakt zijn.

Het ergste was dat ze mensen naar Siberië stuurden zonder te weten wat ze daar moesten doen. Vernieuwingen (zoals het stutten van de telegraafpalen) werden afgeremd. Als je dus antileegloperij wilde tonen… werd je tegengewerkt. Dat maakt zo’n systeem nog wranger.

Bij de publicatie van het eerste hoofdstuk in het literaire tijdschrift Tirade in 1968, schreef Van het Reve:

Het boek heet ‘Niet begeerde reis naar Siberië’ en bevat niet anders dan een pedantnauwkeurig relaas van schrijvers’ arrestatie, veroordeling tot een jaar verbanning, zijn verblijf in Siberië, zijn illegale reis naar Moskou, de dood van zijn vader, zijn huwelijk, de vernietiging van het vonnis in hoger beroep en zijn (afkloppen) definitieve terugkeer naar Moskou.

Het boek is om verschillende redenen interessant. Om te beginnen is het goed geschreven, en zal het ongetwijfeld een plaats verwerven in de Russische memoirenliteratuur. (…) Ten tweede is het van historisch belang. Wij bezitten vrij veel beschrijvingen van Russische gevangenissen, kampen, processen, verbanningen, maar al die beschrijvingen hebben betrekking op de jaren vóór Stalins dood. Amalrik geeft ons de situatie van vandaag. Daar komt bij dat hij niet in een kamp gezeten heeft, maar als verbannene vrijelijk onder Siberische boeren geleefd. Dit is misschien het eerste en enige boek in de wereldliteratuur waarin het leven op een Siberisch landbouwbedrijf beschreven wordt.

Over de schrijfstijl in Niet begeerde reis naar Siberië

Zou je niets weten van Amalriks geschiedenis, dan zou je dit boek kunnen houden voor een verrukkelijke satire over de Sovjet-Unie in de jaren zeventig. Er is drama (vader), romantiek (vrouw reist mee), personages (melkmeiden, zuiplap Ljova), spot (verbanning om niets), humor (partijdigheid van de rechter) en een spannend einde. Amalrik is in staat om het emotionele lijden naast zich neer te leggen en te focussen op de kansen die dit ook weer biedt aan een getalenteerd schrijver (die hij is).

Siberië is daarbij een prachtige locatie. De scènes hebben vaak (in hun wrangheid) een droogkomisch gevoel: de gevangenis, de rechtszaak, de verbanning, het werk op de kolchoz. Amalrik kan heel goed personages observeren met gevoel voor humor:

(…) het slaan van vrouwen is zoals bekend een oude traditie in Rusland. Zo iemand was onder ons, een schoenmaker van een jaar of vijfendertig, zo te zien een zeer goedhartig man, die al voor de vierde keer zat, en steeds maar zoals hij zei: “Vanwege me wijf.” Juister ware geweest vanwege de wodka. Vele malen had hij al beloofd niet meer te zullen drinken, maar hij dronk toch en dan sloeg hij in dronkenschap zijn vrouw, zijn vrouw diende een klacht in, hij kwam in het gevang, en als hij loskwam, ging hij weer naar zijn vrouw terug en dan begon alles van voor af aan.

Mijn grootvader Sergej Ivanovitsj was een in veel opzichten een minder opmerkelijk figuur dan zijn vader, hij was nogal bekrompen, maar vastberaden. Toen hij klein was wou hij laten zien dat hij “In het vuur niet brandde, in het water niet verdronk”, hij maakte op de binnenplaats een vuur, zette er een ton met water in en kroop daar zelf in. Op het nippertje slaagde men erin hem te redden.

Een boeiend humanistisch werk dus. Minder vind ik dat het boek wel heel zakelijk en journalistiek van toon is. Ja, ik ben eens met Karel van het Reve: het boek leest erg prettig feitelijk en is aan geen enkele literaire mode onderhevig. Ruim vijftig jaar na dato is het nog prima te lezen. Met de vertaling van Karel van het Reve weet je ook dat de vertaling komt van iemand die alle ins en outs kende van de schrijver en het verhaal.

Toch mis je de eigenzinnigheid in stijl. Het is wat mij betreft te journalistiek van toon. Er zijn niet veel ‘mooie zinnen’ om te quoten. Als je de boeken van Céline leest, ervaar je hoe zo’n verhaal ook verteld kan worden in een heel andere stijl. Amalrik was geen romanschrijver, maar een essayist, pamflettist, provocateur. Misschien dat hij zich als schrijver meer zou hebben ontwikkeld – we zullen het nooit weten.

Wat gebeurde hierna met Amalrik?

Hoewel hij dus in 1966 terugkeerde, was Amalrik er nog niet van af. Na de publicatie van deze boeken moest hij in 1970 opnieuw naar een werkkamp in Siberië, in Kolyma. Hij kreeg na drie jaar nog een verlenging van drie jaar en stierf bijna aan meningitis.

Hij keerde terug en in 1976 kreeg hij de keuze: emigreren of weer berecht worden. Aanvankelijk ging hij naar Nederland. Amalrik werkte daar aan de Universiteit van Utrecht. Geen gelukkige match. Lees het stuk op de website van Egbert Hartman. Hij bleek een moeilijk persoon om mee om te gaan voor de collega’s op de universiteit. De website Karelvanhetreve.nl citeert Karel van het Reve (die immers bevriend was met Amalrik) als hij uitlegt hoe dat zo kwam:

Om in de Sovjet-Unie de meest elementaire zaken voor elkaar te krijgen, moest je het regime enorm overvragen. Toen hij [Amalrik] niet langer met Russische, maar met westerse personen en instanties te maken had ging Andrej gewoon door met overvragen. (…) Zoals niemand terrorist wordt die niet een zekere neiging voelt tot het doden van ongewapende medemensen, zo wordt misschien ook zelden iemand “dissident” die er niet van houdt in de contramine te zijn en daarbij veel op het spel te zetten.

Hij bleef vrij rusteloos. Hij ging werken in de VS, vervolgens verkasten ze naar Frankrijk, en hij schreef daar Notebooks of a Revolutionary.

Amalrik zou de hardheid van Siberië twee keer overleven maar uiteindelijk overlijden aan een auto-ongeluk in Spanje in 1980. Zijn vrouw en twee anderen in de auto hadden alleen schaafwonden, Amalrik werd getroffen door een metalen buis. Dit verhaal kun je terugzien op YouTube in een video uit het archief van persbureau AP.

In 1982 werd zijn boek Notebooks of a Revolutionary postuum uitgebracht; in Nederland bekend als Dagboek van een provocateur. Zijn vrouw, Guzel Amalrik, kunstenares, schreef ook een boek: Herinneringen aan mijn kinderjaren.

Meer lezen, kijken of luisteren?