Longreads over cultuur - elke maand een nieuwe longread
Jan Svankmajer: kunstenaar, filmer, ideeënmachine

Jan Svankmajer: kunstenaar, filmer, ideeënmachine

Indipendenza geeft om de maand aandacht aan bijzondere literatuur die in het Nederlandse taalgebied is uitgegeven. Deze keer schrijven we over ideeënmachine Jan Svankmajer, schrijver van diverse unieke filmscripts.

7 april 2020 / 1689 woorden / 13 minuten leestijd / thema’s: kunst, film, animatie / dit artikel is op 15 febuari 2019 in iets andere bewoordingen gepubliceerd in Jegens & Tevens (naar aanleiding van de expositie januari 2019 in Eye)

Twee mannen aan een tafeltje krijgen maar geen aandacht van de ober. Dan gaan ze maar hun bord opeten, hun bestek, hun sokken, hun tafeltje. Er is maar een regisseur bij wie deze film (Food) hoort. Wat Indipendenza wil weten: hoe word je Jan Svankmajer? We zetten dat in 4 punten op een rij.

1. Start niet waar je eindigt

Hij begon niet als regisseur, Jan Svankmajer. Hij zit in hetzelfde straatje als regisseurs als bijvoorbeeld David Lynch, Julian Schnabel en Jean Cocteau. Die waren ook kunstenaars voor ze regisseurs werden.

Vaak hebben creatieve mensen een bepaald doel voor ogen, en dat kan werken, maar beter is nog open te staan voor iets anders. Het brengt je soms op plaatsen waar je niet had verwacht te komen.

Neem Svankmajer. Hij studeerde beeldende kunst in Praag, daarna werd hij theaterdirecteur, begon korte films te maken en maakte uiteindelijk lange speelfilms. In die zin lijkt zijn carrière op die van Luis Buñuel. Die maakte ook later in zijn leven (zelfs toen hij de zeventig al was gepasseerd) zijn meest interessante werk.

Hij maakte een wonderlijk oeuvre van toeval, passie en gekheid: je doet hem tekort door hem te gooien in de grote poel van surrealistische kunstenaars, waar hij in de jaren vijftig zich wel bij aansloot. Hij is dat krappe (en vaak ook nietszeggende) jasje al lang geleden ontgroeid.

De expositie © Studio Hans Wilschut

Het werk van Svankmajer staat bol van verlangen naar vrijheid. Daaraan zie je goed dat de liberale jaren zestig en zeventig ook het toenmalige Tsjechoslowakije beïnvloedde (lees hier meer over de Praagse lente).

Alles heeft een kern: vrijheid bepaalt alles. ‘Als je ‘lager’ dan absolute vrijheid begint, dan eindig je met niets.’

‘Gezien de manier waarop de beschaving evolueert, lijkt het mij dat het thema vrijheid het enige thema wordt waarvoor het nog steeds zinvol is om te gaan zitten en kunst te maken. Maar ik geef de voorkeur aan het woord “bevrijden” boven het woord “vrijheid” omdat het een eindeloos proces is.’

Wrang is dat hij juist in die tijd (tot 1979) geen films mocht maken van de overheid. De antivrijheid muilkorfde dus de kunstenaar die dat juist hard nodig had.

Het leerde hem om flexibel te worden. Hij richtte zich dus op tekeningen, collages en sculpturen. Daarvan krijg je hier veel te zien. Jan Svankmajers werk is een klassiek voorbeeld van een alsmaar evoluerend oeuvre.

Later pakte hij zijn filmideeën weer op – als een handschoen die hij weer terugvond – en intussen was hij als mens een stuk rijper geworden. Met zijn tactiele kunst had hij bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een zintuig die zelden gebruikt wordt bij kunst: tastzin. En ik weet zeker dat je dat terugvindt in zijn films – ook al kun je ze natuurlijk niet ruiken, je ruikt en proeft bij Svankmajers films soms dingen door het scherm heen.

Svankmajer kan dit zelf het beste uitleggen naar aanleiding van zijn film Surviving Life in 2010:

‘Ik dacht dat we met geanimeerde foto’s van acteurs geld konden besparen, zowel op de acteurskosten als op het vervoer. Dan kon ook het hele filmproces naar de studio worden verplaatst. Toen de producent toch het geld vond voor een normale acteursfilm, was ik al volledig in de ban van deze geïmproviseerde oplossing. Ik realiseerde me dat het gebruik van de foto’s in een collage een nieuw creatief, fantastisch, symbolisch niveau voor de film betekende.’

A Big Adventure Story © Beeld Jan Svankmajer

2. Durf te evolueren

Svankmajer is relatief laat begonnen met het maken van speelfilms (na Alice in 1988 volgde Faust in 1994, toen hij al zestig was). Er ligt dus een enorm ontgonnen terrein van kunstwerken en korte films dat je als liefhebber waarschijnlijk nog niet kent.

Het aardige van de expositie in Eye is dat je van zijn kunstwerken loopt naar zijn korte films. Hierdoor krijgt de artiest Svankmajer al lopend context – zijn kunst en films beïnvloeden elkaar natuurlijk enorm.

De films zijn soms wat aan de lange kant maar omdat het tempo zo hoog ligt, vervelen ze niet.

Ik word vooral getroffen door het enorme plezier dat vanaf het begin van zijn werk spat. Met niet al te grote budgetten, in een communistisch land, wist de spottende Svankmajer zich toch staande te houden.

Van relatief ‘braaf’ surrealisme (in zoverre je dat hebt in die stroming) zoals in The flat, zie je hier goed hoe hij zijn eigen stijl ontwikkelt. De tentoonstelling in Eye is ook zo opgezet dat je er op die manier naar gaat kijken.

Ik geniet net zo makkelijk van zijn De grote avonturenroman als van de voetballers die een voor een het loodje leggen in Virile Games. Zijn tactiele objecten die je wel móet aanraken (maar toch liever niet van de suppoost, ze zijn breekbaar) zijn net zo speels als zijn bizarre Dream of Mountain Climbers.

Ook te zien: zijn kortefilmmeesterwerk Dimensions of Dialogue (1982) dat geïnspireerd lijkt door Guiseppe Arcimboldo.

Food is en blijft een van mijn favorieten. Svankmajer is hier op zijn meest satirisch. Laat de video voor zichzelf spreken:

3. Zoek niet naar grote thema’s

Svankmajer is altijd goed geweest in gebruik maken van symbolen. Dat komt onder andere door de censuur in de communistische periode. Daardoor moest hij wel creatief zijn om een boodschap te geven in zijn kunstwerken. Hoe je die symbolen vervolgens vertaalt, dat is aan jezelf, en het spreekt voor Svankmajer dat hij nooit een dichtgetimmerde boodschap door je strot wil duwen.

Frappant is deze uitspraak van Svankmajer:

‘Ten tijde van het totalitaire Tsjechoslowaakse regime deed alleen het passeren van de censuur ertoe. Vandaag de dag draait het allemaal om het krijgen van geld, en de processen lijken naar mijn idee erg op elkaar.’

Hij ziet zelfs voordelen van de censuur die hem zeven jaar tegenhield met produceren: ‘Het helpt je door bergen afgewezen scripts in je bureaula te stoppen die je later in je leven toch kunt gebruiken, als je net zoveel geluk hebt als ik.’

Thema’s die dan ook vaak terugkomen, zijn consumentisme en totalitaire regimes. Svankmajer snijdt opvallend vaak dingen aan reepjes – alsof hij zijn grootste vijanden van zijn creatieve leven wil ontleden.

Klei is dan bijna het ideale materiaal: het is ook ongrijpbaar, verandert, en alleen de film blijft over. Wat je hebt gefilmd, is er niet meer.

Maar is het een doel op zich? Nooit. Svankmajer danst zich lichtvoetig een weg door alle ellende en horror. En met flinke doses psychologie – en net zoveel humor – brengt hij alles terug tot het menselijke. In de systemen die Svankmajer de artiest heeft moeten overleven, zijn dat letterlijk wapens om niet aldoor depressief te zijn.

Virile Games, 1988 © Beeld Jan Svankmajer

4. Laat je gidsen door artistieke principes

Svankmajers wereld is een wereld van lichamen, obsessies, seks, eten en geweld. Het voordeel van klei is dat je natuurlijk zo iemand iemand anders kunt laten verzwelgen. In tegenstelling tot het meeste geweld in films, is dit voornamelijk grappige zwarte humor.

Met de tentoonstellingbrochure krijgen we via zijn teksten een kijkje in zijn geest. Zijn tien geboden zijn de gids naar zijn creativiteit, met tips als: ‘Koester creativiteit als een vorm van zelftherapie. Dit anti-esthetische standpunt brengt kunst dichter naar de poort van de vrijheid.’

Of deze: ‘Hoe dieper je in een fantasieverhaal duikt, des te realistischer moeten de details zijn.’

Persoonlijk vind ik deze ook inspirerend:

‘Geef je volledig over aan je obsessies. Iets beters heb je toch niet. (…) Het gaat niet over herinneringen maar over emoties. Niet over bewustzijn maar over onderbewustzijn. Laat deze ondergrondse stroom vrijelijk door je innerlijke zelf stromen. (…) Zo wordt je film een triomf van kinderlijkheid. En daar gaat het om.’

De expositie in Eye voelt aan als een zeer vruchtbaar landschap van fantasierijke geest – waarbij het kind je in je net zoveel plezier heeft als de volwassene.

Tactiele kunstwerken © Studio Hans Wildschut

5. Laat tijd in je voordeel werken

Jan Svankmajer is intussen de tachtig gepasseerd maar nog steeds even scherp als vroeger. Wie zijn laatste film heeft gezien (Insect in 2018), ziet een ogenschijnlijk simpele film die toch verrassend diepzinnig werkt.

Een amateurtoneelgezelschap repeteert het stuk Insect. Dat is een al bijna honderd jaar oud satirisch toneelstuk van de gebroeders Capek uit 1922. Het geeft kritiek op de politieke situatie van de jaren twintig aan de hand van het gedrag van insecten.

Het is een komedie met vijf lagen – dat maak je niet elke dag mee. De eerste laag is Svankmajer die we regieaanwijzingen zien geven. De tweede is de repetitie van het toneelstuk. De derde laag is de betekenis van het originele stuk. De vierde zijn de acteurs die als mens vertellen over hun nachtmerries. De vijfde, zou je kunnen zeggen, is deze film zelf, een optelsom van al die dingen.

Insect is letterlijk een kijkje in de keuken van de meester. Je zou het zelfs beschouwen als de wens van de leraar om een stokje door te geven aan om het even wie. Het is sowieso zijn laatste film, belooft hij in het interview hierboven.

Dat heeft iets wonderlijks. Alsof hij graag zijn talent en inzichten wil doorgeven aan de volgende generatie. Hoe krijg je een raam vol insecten? Hoe film je een bal mest die alsmaar groter wordt? Hoe maak je kots (‘Als ze maar niet gaat overgeven van het overgeven’, grinnikt Svankmajer)?

Let maar eens op de geluiden, die bij Svankmajer bijna allemaal bijdragen aan het komische effect. Het lijkt alsof Svankmajer de extra’s van een dvd in de film zelf heeft gemonteerd. Zijn de extra’s niet stiekem de film over de film over het toneelstuk? Veel genietbare scènes.

Het is typisch Svankmajer dat het idee al sinds een kort verhaal 1970 op de plank lag. ‘Ik houd ervan als ideeën rijpen.’ Uiteindelijk hielp een moderne methode (crowdfunding) met het betaald krijgen van de film. ‘Realiteit heeft me geleerd niet te veel vooruit te plannen.’

En dat, zoals Svankmajer zelf zegt, met ‘een film zonder psychologie’.

Meer lezen of kijken