Longreads over cultuur - elke maand een nieuwe longread
Denis Diderot: rondwandelend in het Nederland van 1774

Denis Diderot: rondwandelend in het Nederland van 1774

Indipendenza geeft om de maand aandacht aan bijzondere literatuur die in het Nederlandse taalgebied is uitgegeven. Deze keer: Denis Diderot. Het boek: Over Holland, een journalistieke reis 1773 – 1774),  Contact 1994.

9 december 2016 / 1005 woorden / 7,7 minuten leestijd

Denis Diderot, filosoof en encyclopedist, liep zichzelf ooit te verbazen in Nederland (toen nog Holland, een van de Staten in de Republiek). Vergelijkbaar met Voltaire, die Den Haag zelfs de mooiste stad van de wereld noemde. Diderot schreef hierover in 1774 Voyage en Hollande.

Het begint al meteen goed. Ook al was de anekdote ruim twee eeuwen oud, je herkent het meteen. Als Denis Diderot Nederlandse arbeiders observeert, herken je alles onmiddellijk, alsof het hier gisteren in je eigen huis plaatsvond.

Een tegel moet worden vervangen in de keuken. Drie arbeiders komen binnen.

‘Eerst werden de pijpen gestopt en opgestoken, vervolgens bekeken ze het werk dat moest worden gedaan. Aangezien ze het zand waren vergeten, ging een van de drie dat halen, terwijl zijn twee makkers liggend op de grond hun pijp rookten. Toen het zand was gehaald en in een hoek gegooid, gingen ze met z’n drieën weg om een borrel te drinken.’

Geen wonder dat vandaag de dag iedereen hier graag een Poolse arbeider inhuurt.

Encyclopedist in de polder

Diderot is een encyclopedist, dat is bekend. Maar hij maakt het nogal bont in dit reisverslag. Het begint met nogal staccato informatie. Wat verwacht je ook anders van een encyclopedist, kun je je afvragen. Maar boeiend is anders.

‘De accijns op graan is 3 gulden en 18 stuivers per zak van 180 à 184 pond.’ ‘Er wordt geen belasting op vis geheven.’ ‘Matrozen krijgen acht à negen gulden, plus een gratificatie van honderdvijftig gulden.’

Als ik zou willen solliciteren in 1773 als matroos dan is dat waardevolle informatie.

‘Dit jaar zijn er in de omgeving van Den Haag achtentwintig koeien ziek geworden waarvan er zestien zijn doodgegaan.’

Maar er was vroeger geen andere, objectieve bron van informatie. Het doet mij er vaak aan denken dat Diderot in feite in zijn eentje een Wikipedia wilde zijn. Daarom behandelt hij niet alleen de rechtspraak of het staatsrecht, maar alle onderwerpen. Bovendien moet hij geregeld genoegen nemen met algemeenheden. Of snapt hij iets niet van onze koopmansgeest:

‘De Hollanders houden van schilderijen, prenten en tekeningen. Een haastig gemaakte ets van Rembrandt is enorm veel geld waard. Men stort zich vol overgave op alles wat uit Indië en Azië komt. De huizen puilen uit van porselein, zilveren en gouden juwelen, diamanten, meubelen en kostbare stoffen.’

Elegantie

Toch wordt het beter. Sommige opmerkingen zijn namelijk wel erg treffend. Erg leerzaam bijvoorbeeld zijn de beschrijvingen van passie in Nederland, of het gebrek eraan. Echt veel is er denk ik niet veranderd op dit punt.

‘Ik geloof dat zwierigheid, elegantie en verhevenheid de Hollanders ten ene male vreemd zijn. (…) Aangezien bijna alle vrouwen hier deugdzaam zijn, worden de mannen niet vaak bedrogen en ziet men er weinig slechte huwelijken.’

Zijn verklaring is simpel en ik denk ook wel geloofwaardig. Ik zou het hem niet beter kunnen zeggen over de mannen en vrouwen van vandaag de dag.

‘Het financiële belang, de werklust, het winstbejag, de toewijding voor de zaken en de liefde voor de handel doven de hartstocht.’

Sociaal is het volgens hem al niet veel beter.

‘Ik heb de indruk dat als de Hollanders geen zaken met elkaar zouden doen, ze haast geen contact met elkaar zouden hebben, want ze gaan zelden bij elkaar op bezoek.’

Eten doen we ook al zonder plezier.

‘In het algemeen eet een Hollander iets meer dan een Fransman; maar hij is sober en eet eenvoudig.’

Onze beroemde tolerantie verbaast hem soms op positieve manier. Zoals hij verbaasd raakt over dit staaltje emancipatie anno 1773.

‘Een meisje, of ze nu meerder- of minderjarig is, mag haar minnaar schaken; men gaat ervan uit dat dit het geval is wanneer zij hem is gaan halen.’ Een paar keer herhaalt hij met verbazing: ‘Iedereen die als slaaf Holland binnenkomt, wordt automatisch een vrij mens.’

Copyrights

De rekkelijkheid voor het overtreden van copyrights, daar begrijpt hij dan weer niets van. Hij was niet de enige. Voltaire werd ook regelmatig woest als er weer eens een ongevraagde roofdruk van zijn werk werd uitgegeven zonder dat iemand hem royalty’s betaalde. Diderot formuleert het simpel. Het eerste gedeelte van de zin zou nog op de uitgevers van nu kunnen slaan.

‘De uitgevers in Holland drukken alles wat hen wordt aangeboden, maar ze betalen nooit.’

Twee vissers, blootvoets, op het duin; op het strand l. vissersvolk.
Twee vissers, blootvoets, op het duin. 1780 Jacques Philippe le Bas © Haags Gemeentearchief

Tussendoortje

Jammer dat Diderot het boek achter zijn reis niet heel erg serieus genomen heeft. Het had veel briljanter kunnen zijn. Neem de Hollandse avonturen van James Boswell, of die van Voltaire. In het voorwoord trekt Eef Gratema dezelfde conclusie: het was een tussendoortje voor Diderot.

Diderot was bijvoorbeeld aldoor bezig met vergelijkingen trekken met Frankrijk. Hij gebruikt feiten om tussen de regels door het Franse systeem aan te vallen. Maar hij mist dan ontwikkelingen die echt gaande waren: zoals dat de Republiek richting crisis walste. ‘…zijn de voortekenen van een crisis al zichtbaar. Maar Diderot bekommert zich daar niet om.’

Hij vertelt te weinig over zichzelf om het echt pakkend leesvoer te maken. In Scheveningen ziet hij bijvoorbeeld de zee voor het eerst van zijn leven. Nogal een belevenis. In dit boek: geen woord.

Wel is hij opeens openhartig in een brief aan een vriendin, en het lijkt wel wat op een schriftelijke versierpoging:

‘Dat grote, onveranderlijke watervlak waaruit een soort geruis opstijgt brengt me aan het mijmeren, wanneer ik daar sta, kan ik heerlijk wegdromen.’

In zijn tijd was Scheveningen nog één brok vissersromantiek.

‘Wanneer de vissers aan wal stappen, storten de vrouwen zich in hun armen, de mannen omhelzen hun vaders en hun kinderen.’

Wat als de vrouwen vandaag de dag hun mannen zouden omhelzen als ze hun lading haringen kwamen brengen? De vrouwen zouden dat vermoedelijk zelf al een getikt idee vinden. En de vissers zelf zouden de vrouwen van zich afschudden. ‘Wat doe jij nou hier? As the world turns is toch op tv?’


Meer lezen of kijken